Zes denkhoeden

Het thema van het Projectmanagement in de Zorg congres op 18 mei 2021 is ‘Keiharde zachte vaardigheden’. Projectmanagement in de zorg vereist namelijk keihard ontwikkelde zachte vaardigheden. Op het congres verzorgt voor de VUmc Academie Daniël Gobits, projectmanager, coach en trainer bij Amsterdam UMC de workshop ‘Omgaan met weerstand’. Hoe fijn zou het immers zijn zijn als je je project of verandertraject kan uitvoeren zonder weerstand?! Of toch niet? Want wat is weerstand eigenlijk? Is het altijd slecht of kan het ook een functie hebben? En … hoe ga je er het beste mee om? Een hele belangrijke zachte vaardigheid voor het omgaan met weerstand en in het algemeen voor projectmanagers in de zorg is inleveringsvermogen. Inlevingsvermogen of empathie is het vermogen om je voor te stellen hoe het is om iemand anders te zijn of om in een andere situatie te zijn. Een ondertussen klassieke, praktische oefening om inlevingsvermogen snel, eenvoudig en effectief te ontwikkelen is gebaseerd op ‘Zes denkhoeden’ van Edward de Bono.

Edward de Bono is een Brits psycholoog, arts en managementauteur. Hij verzorgde colleges aan de universiteiten van Oxford, Cambridge, Londen en Harvard. De Bono bedacht onder andere de term 'lateraal denken' en werd vooral bekend met het concept van de 'zes denkhoeden'.

De oefening met de ‘zes denkhoeden’ kan op elk moment in een projectmanagementlevenscyclus van toepassing zijn. In de eerste creatieve fase kan het bijvoorbeeld helpen op de betrokkenen vanuit een ander perspectief naar de onderliggende problematiek van het project te kijken. In 77 Werkvormen voor Projectmanagement wordt het aangeraden als instrument om in te zetten wanneer in een bespreking of tijdens het bespreken van een situatie de voortgang lijkt vast te lopen. Als men in een kringetje blijft draaien of juist alle kanten opwaait, dan kan deze interventie het gesprek weer verder helpen.

Met deze methode reikt De Bono een manier van denken aan die mensen helpt snel en op doeltreffende wijze tot nieuwe ideeën te komen. Het denkproces wordt opgesplitst in zes denkniveaus, voorgesteld door zes denkhoeden. Deze stellen ons in de gelegenheid ons denken te dirigeren, zoals een dirigent zijn orkest dirigeert. We kunnen dat element oproepen waaraan we behoefte hebben. Ook in vergaderingen – van welke aard dan ook - is het bijzonder nuttig als je over een mogelijkheid beschikt, mensen ertoe te brengen het platgetreden pad van hun normale denkwijze te verlaten en het ter tafel gebrachte onderwerp op een andere manier te overdenken. De methode van de zes denkende hoeden is een effectieve manier om de denktypen af te wisselen of te vragen om een bepaald denktype.

Voordelen van deze techniek zijn:

  • Dingen zeggen zonder risico;
  • Handig om snel in een discussie te schakelen;
  • Maakt meerdere perspectieven zichtbaar;
  • Geeft regels voor het denk- en communicatie proces;
  • Zorgt voor focus tijdens het denken;
  • Verbetering communicatie;
  • Verbetering besluitvorming.

En het is een oefening in inlevingsvermogen.

De hoeden

De witte denkhoed: Maagdelijk wit denken, in de vorm van feiten, cijfers en informatie. Je gaat uit van objectieve informatie. Stelt vragen vanuit een ‘neutrale’ houding. Is geïnteresseerd in de feiten, cijfers en informatie. Met de witte hoed streven de denkers naar een zo groot mogelijke objectiviteit. Het vergaren van informatie is het doel. Cijfermateriaal is hierbij nuttig, studies worden aangehaald. Bij het witte denken zou je je moeten inbeelden een computer te zijn die zuiver feiten weergeeft.

De rode denkhoed: Een “rode waas” voor de ogen, in de vorm van emoties en gevoelsoordelen, alsmede vermoeden en ingevingen (intuïtie). Je reageert emotioneel (zonder een reden te hoeven geven). De rode hoed verleent emoties, intuïtie en gevoelsoordelen een legitieme status als belangrijk bestanddeel van ons denken. De rode gedachten behoeven geen argumenten. De denker kan de rode hoed opzetten om een gevoel te uiten, maar ook aan anderen vragen om de rode hoed op te zetten.

De zwarte denkhoed: De “advocaat van de duivel”, negatieve en pessimistische beoordeling; waarom iets “niet” zal functioneren. De denker met de zwarte hoed vestigt de aandacht op alles wat verkeerd kan gaan, onjuist is of risico’s inhoudt. Hij geeft aan waarom iets niet zal functioneren. Het ‘zwartkijken’ is een objectieve pogingen om de negatieve elementen toe te voegen aan de landkaart.

De gele denkhoed: Zonneschijn, helderheid en optimisme; positieve beoordeling, constructieve bijdragen, opsporen van kansen (opportunisme). Je bekijkt het van de zonnige kant en zoekt naar de voordelen. De kleur van de zon verbeeldt het positieve en constructieve denken. Wat is er goed aan? De gele hoed brengt suggesties aan, zoekt naar de voordelen van een voorstel, ontwikkelt prille ideeën, bekijkt hoe ze in de praktijk werkbaar kunnen worden gemaakt. De gele denker is steeds op zoek naar kansen.

De groene denkhoed: Vruchtbaarheid, creativiteit, zaden die ontkiemen en tot wasdom komen, beweging en provocatie. Je mag freewheelen in je manier van denken (vrij associëren, alternatieven bedenken). Groen staat voor nieuw leven: deze hoed staat voor creatief denken, zoeken naar alternatieven, nieuwe ideeën, provocatie. Hier ontstaan de nieuwe dingen. Niets is gek genoeg. Dit is procesmatig wel de meest kwetsbare hoed. Hier is het belangrijk de groene hoed op te houden en niet te vervallen in bijvoorbeeld de zwarte hoed.

De blauwe denkhoed: Afstandelijkheid en controle; de dirigent van het denken, denken over denken. Beschouwend, controlerend. Je houdt het proces in de gaten. De blauwe overspant het denkproces. De blauwe hoed is de dirigent van het orkest, organiseert de vergaderingen, denkt over het denken. De blauwe denker definieert de problemen, formuleert de vragen en regelt de opeenvolging van de verschillende denktaken.

Praktisch

De denkmethode kan zowel individueel, in tweetallen als in een groep worden gebruikt. Daarnaast kun je deze methodiek gebruiken in mondelinge en schriftelijke communicatie.

De deelnemers aan een bijeenkomst zetten op het moment dat dit van toepassing is (eventueel in verschillende rondes) allemaal hetzelfde, een ander of juist verschillende hoedjes op. Het dragen van de denkhoeden maakt het mogelijk om dingen te denken en te zeggen die we anders nooit kunnen denken en zeggen, zonder ons ego in gevaar te brengen.

De witte, rode en gele hoed zijn met name handig om tijdens de probleemanalyse de feiten op tafel te krijgen. Ze helpen het probleem scherper te formuleren. Met de blauwe hoed is het (vervolg)proces verder te organiseren. Bij het beoordelen van ideeën is intuïtie een belangrijke raadgever: de rode hoed. De zwarte en gele hoed helpen bij het in kaart brengen van sterke en zwakke punten van een idee tijdens het convergeren.

Een hoed opzetten kan puur in gedachten of worden gesimuleerd met verschillende kleuren Post-its. Het kan echter ook letterlijk door even langs de carnavalswinkel, Action of bol.com te gaan en een lading gekleurde hoedjes te scoren. In eerste instantie lijkt dat misschien wat jolig, maar enige luchtigheid is vaak op zichzelf ook al van waarde én echt een gekleurd hoedje op hebben werkt wel wonderbaarlijk.