Speekselklieren maken speeksel. Er zijn honderden kleinere speekselklieren in het slijmvlies van de mond- en keelholte.

Er  zijn ook 3 paar grotere speekselklieren:

  • direct voor het oor bij de kaakhoek (oorspeekselklier, glandula parotis)
  • direct onder de onderkaak in de hals (glandula submandibularis)
  • direct onder de tong in de mondbodem (glandula sublingualis)

Waar ligt de oorspeekselklier en wat is de aangezichtszenuw?

De oorspeekselklier (glandula parotis) ligt direct onder de huid voor het oor en rondom de kaakhoek. Deze klier was vroeger vooral bekend vanwege de bof. De aangezichtszenuw (nervus facialis) loopt dwars door de oorspeekselklier heen. Deze zenuw is belangrijk voor het symmetrisch bewegen van spieren in uw gezicht (de mimiek).

Komen speekselkliertumoren vaak voor?

Speekselkliertumoren zijn zeldzaam. Slechts 3-6% van alle tumoren in het hoofd-halsgebied bevinden zich in de speekselklieren. Meestal bevindt de tumor zich in de glandula parotis (oorspeekselklier). Speekselkliertumoren komen zowel bij mannen als vrouwen voor. Bij deze tumoren bestaat geen duidelijk verband met roken of alcoholgebruik.

Zijn speekselkliertumoren altijd kwaadaardig?

Nee, speekselkliertumoren kunnen zowel goed- als kwaadaardig (kanker) zijn. Het merendeel van de tumoren is goedaardig.

Welke klachten horen bij een speekselkliertumor?

De klachten die mensen met een speekselkliertumor vaak hebben zijn divers en variëren naar gelang de plaats van de tumor: 

  • pijnloze zwelling voor het oor
  • pijnloze zwelling onder de kaak in de hals
  • pijnloze zwelling onder het slijmvlies van de mondbodem
  • gevoel van brok in de keel
  • verandering bij het slikken
  • pijnklachten ter plaatse van de speekselklier
  • plotseling scheef gezicht of mond

Onderzoek en diagnostiek bij speekselkliertumoren

Na het eerste gesprek met de arts-assistent of de specialist zal op de polikliniek ook onderzoek worden gedaan naar de aard, grootte, en uitbreiding en de plaats van de tumor.

De arts bespreekt met u welke onderzoeken verder nodig zijn. Daarbij zijn de volgende mogelijkheden:

  • aanprikken van de zwelling voor nader onderzoek (cytologie)
  • echografie van de zwelling en hals met daarbij eventueel aanprikken van vergrote halsklieren
  • foto van de kaak en tanden (orthopantomogram: OPT)
  • röntgenfoto van de longen (X-thorax)
  • bloedonderzoek
  • MRI- of CT-scan van de speekselklier en hals voor bepaling van de uitbreiding van de tumor in de omgeving en eventuele lymfklieruitzaaiingen
  • CT-scan van de longen voor onderzoek naar eventuele uitzaaiingen via de bloedbaan
  • onderzoek naar uitzaaiingen in de rest van het lichaam (PET/CT-scan)

Behandeling bij speekselkliertumoren

De keuze van behandeling wordt bepaald door het soort tumor.

Indien een speekselkliertumor goedaardig is kan het zo zijn dat er afgewacht wordt. U blijft dan steeds onder controle van de specialist. Het kan ook zo zijn dat het juist raadzaam is te opereren. Dit zal steeds in goed overleg met u worden besloten.

Indien een speekselkliertumor kwaadaardig (kanker) is zullen we de behandelkeuze bepalen door het soort en de grootte van de tumor. Ook eventuele lymfklieruitzaaiingen zijn van belang. De behandeling kan bestaan uit een operatie (verwijdering van de aangedane speekselklieren en zo nodig de aangrenzende lymfeklieren) . Het kan nodig zijn aanvullend te bestralen (radiotherapie).

Soms kan het zo zijn dat de tumor zo uitgebreid of uitgezaaid is dat er geen genezende behandelingsmogelijkheden meer zijn. In deze gevallen is behandeling bedoeld om tumorgroei te remmen en eventuele pijnklachten en/of andere klachten te bestrijden.

De operatie

Operatie submandibulaire speekselklier

De sumandibulaire speekselklier ligt in de hals tegen de onderkaak aan. Bij tumoren die uitgaan van deze speekselklier verwijderen we de klier in zijn geheel. Deze ingreep gebeurt door de speekselklier op te zoeken via een snede in de huid van de hals. Bij deze ingreep letten we steeds goed op één van de takjes van de aangezichtszenuw die naar de mondhoek loopt. Deze zenuw is belangrijk voor het symmetrisch bewegen van spieren in uw gezicht.

Het kan ook noodzakelijk zijn een aantal lymfeklieren te verwijderen. Deze operatie verrichten we altijd onder algehele narcose en u moet een aantal dagen worden opgenomen in het ziekenhuis.

Operatie oorspeekselklier

De oorspeekselklier (glandula parotis) ligt direct onder de huid voor het oor en rondom de kaakhoek. Deze speekselklier bestaat uit een oppervlakkige en een dieper gelegen kwab. Deze klier was vroeger vooral bekend vanwege de bof.

Een operatie (parotidectomie) aan de oorspeekselklier wordt naar gelang de locatie van de afwijking en de verwijderde kwab onderverdeeld in een oppervlakkige (partiële) of een totale parotidectomie. Via een snede in de huid zoeken we de oorspeekselklier op. De aangezichtszenuw loopt dwars door deze speekselklier heen. Steeds letten we goed op deze zenuw. Deze zenuw is belangrijk voor het symmetrisch bewegen van spieren in uw gezicht.

Alleen bij kanker van de oorspeekselklier kan het door de uitbreiding van de tumor noodzakelijk zijn dat we deze zenuw deels of geheel wegnemen. Als dit noodzakelijk is dan treedt er na de ingreep asymmetrie van het gezicht op.

Het kan ook noodzakelijk zijn een aantal lymfeklieren te verwijderen. Deze operatie wordt altijd onder algehele narcose verricht en u moet een aantal dagen worden opgenomen in het ziekenhuis.

Nazorg

Tijdens en na de behandeling staat u steeds onder controle van de specialist. U kunt beperkingen door de tumor zelf ervaren maar ook door de behandeling. We proberen altijd geprobeerd om dit zoveel mogelijk te voorkomen. Als er toch klachten optreden kunt u begeleiding krijgen om er wat aan te doen. Denkt u hierbij aan:

  • verminderderde functie of uitval van de aangezichtszenuw
  • oedeem, pijn of functiebeperkingen van het geopereerde gebied (hals en schouders) waarvoor (tijdelijk) fysiotherapie nodig is
  • droge slijmvliezen als bijwerking van eventuele radiotherapie waarvoor begeleiding / hulp door mondhygiëniste nodig is
  • slikklachten als er noodzaak is tot aanvullende bestraling waardoor het tijdelijk nodig kan zijn aangepaste voeding te gebruiken (drinkvoeding, sondevoeding via neusmaag- of PEG-sonde)
  • zweetproductie bij eten (syndroom van Frey) waarvoor zo nodig behandeling met botuline kan worden gegeven
  • andere lichamelijke, psychische of sociale gevolgen (zoals slecht slapen, teveel piekeren, sombere stemming, relatieproblemen, financiële problemen, problemen op het werk) waarvoor (tijdelijke) begeleiding door een gespecialiseerde verpleegkundige, maatschappelijk werker of psycholoog nodig is.

Elke donderdag is er op de poli KNO een gespecialiseerde verpleegkundige aanwezig waar u met vragen terecht kunt.