Behandeling alvleesklierkanker

De behandeling van alvleesklierkanker kan verschillende doelen hebben: allereerst zal geprobeerd worden de ziekte te genezen maar als dat helaas niet haalbaar is, zal de behandeling gericht zijn op vermindering van klachten.

Lees ook:

Doel van behandeling van alvleesklierkanker

Als een behandeling het doel heeft om te genezen, wordt dat een curatieve behandeling genoemd. Een behandeling gericht op curatie geeft echter geen garantie op genezing. Daarom worden naast de primaire behandeling, een operatie, ook nog aanvullende behandelingen gegeven. Dit worden adjuvante behandelingen genoemd. Als bijvoorbeeld een tumor wordt weggehaald door middel van een operatie, dan kan het zijn dat u daarna nog chemotherapie krijgt. Deze aanvullende behandeling heeft het doel om eventuele niet-waarneembare uitzaaiingen te bestrijden. Ook kan het soms zinvol zijn om adjuvante behandelingen juist voor de operatie te geven. Dit wordt dan een neo-adjuvante behandeling genoemd.

Als alvleesklierkanker niet meer te genezen is, kan een palliatieve behandeling worden gestart. Deze soort behandeling richt zich op het afremmen van de groei van de tumor door middel van chemotherapie maar kan ook alleen bedoeld zijn om bepaalde klachten te verminderen of te voorkomen.

Behandelopties voor alvleesklierkanker

Bij het opstellen van een behandelplan voor alvleesklierkanker zijn verschillende factoren belangrijk: het stadium van de aandoening, de plaats, grootte en vorm van de tumor en uw lichamelijke conditie. Afhankelijk van deze factoren zijn er verschillende behandelopties:

  • operatie
  • stentplaatsing
  • chemotherapie
  • radiotherapie

    Operatie

    Een operatie in combinatie met chemo(radio)therapie is de enige mogelijkheid om alvleesklierkanker volledig te genezen. Het doel van een operatie is om de tumor met aangrenzend weefsel inclusief lymfklieren te verwijderen. Dit is alleen mogelijk als de tumor plaatselijk niet te ver uitgebreid is en er ook geen uitzaaiingen naar andere organen zijn. Hierdoor is een operatie slechts bij een deel van de patiënten mogelijk. Het Amsterdam UMC heeft de meeste ervaring met deze operaties in Nederland en werkt samen in HPB-Amsterdam, wat een samenwerking is met het OLVG ziekenhuis.  De chirurgen van het HPB Amsterdam verrichten ruim 200 alvleesklier-operaties per jaar. 

    Soms blijkt een tumor die initieel niet te verwijderen door tumor doorgroei zonder dat er uitzaaiingen zijn. Dan spreek je over “lokaal gevorderd pancreascarcinoom” (ook wel: LAPC). Bij een deel van deze patiënten kan na  chemotherapie de tumor alsnog verwijderd worden. Voor en na chemotherapie zullen de tumormarkers in het bloed onderzocht worden en vindt er mogelijk een PET-scan plaats.

    Tijdens de operatie worden de kop van de alvleesklier, de galblaas, de twaalfvingerige darm en het laatste deel van de galwegen verwijderd. Ook worden lymfeklieren rondom de alvleesklier verwijderd. Deze operatie wordt een pancreatoduodenectomie (ook wel: Whipple) operatie genoemd. Er zijn drie vormen van deze operatie, de pylorus sparende variant (PPPD), de pylorus verwijderen variant met verder behoud van de maag (PRPD) of de operatie waarbij het laatste 1/3 deel van maag verwijderd wordt (klassieke Whipple). Die laatste variant is nog maar heel zelden nodig, bv bij tumordoorgroei.

    In geval van alvleesklierkanker begint deze operatie vaak met een kijkoperatie om te zien of er geen uitzaaiingen zijn. Indien de tumor niet te groot is kan de operatie met behulp van een operatierobot uitgevoerd worden. Hierin is Amsterdam UMC en HPB-Amsterdam gespecialiseerd. Een of meerdere keren per week voeren wij een dergelijke operatie uit met de robot. Momenteel (Mei 2021) zijn er al 135 patiënten op deze manier geholpen.

    Vervolgens worden alle organen weer met de darm verbonden zodat de verteringsappen weer bij het voedsel kunnen komen. Deze operatie is ingrijpend en duurt gemiddeld 4 uur en word met 2 chirurgen uitgevoerd. Het is daarom belangrijk dat uw conditie goed is. Na de operatie treden soms complicaties op. Indien er geen complicaties zijn is de opnameduur 6 tot 7 dagen, soms korter indien de operatie robot-geassisteerd is uitgevoerd. De opnameduur kan oplopen tot meerdere weken indien er wel complicaties optreden. Er is een uitgebreid en gestandaardiseerd posoperatief ‘zorgpad’.  Hierin is postoperatief bewegen van groot belang. Hierin heeft de patiënt hzelf ook een belangrijke rol.   Tijdens de operatie blijkt soms dat de tumor toch niet kan worden verwijderd, bijvoorbeeld doordat er toch uitzaaiingen zijn die op een CT scan niet zichtbaar waren.

    Hepato-Pancreato-Biliaire (HPB) chirurgie

    Informatie over operaties aan de alvleesklier (pancreas).

    Alvleesklier (Pancreas):

    Jaarlijks worden er in het Amsterdam UMC en HPB-Amsterdam ruim 200 pancreasoperaties uitgevoerd; daarmee is Amsterdam UMC en HPB-Amsterdam het grootste centrum voor pancreasoperaties in Nederland.

    Het merendeel van de pancreasoperaties wordt uitgevoerd voor alvleesklierkanker (pancreaskanker) en galwegkanker. Ook voor pancreascysten en chronische pancreatitis is het Amsterdam UMC een expertisecentrum, zowel wat betreft diagnostiek als chirurgische behandeling.

    Waar mogelijk worden pancreasoperaties minimaal invasief uitgevoerd (kijkoperatie, laparoscopie). Zo worden de robot pancreatoduodenectomie (PRPD) operatie en de laparoscopische of robot (miltsparende) pancreasstaart-resectie routinematig uitgevoerd. Van de Whipple operaties kan ca 40% met de robot worden uitgevoerd en van de pancreasstaartoperaties ca 90% met laparoscopie of robot (minimaal invasief). Tevens coördineert het Amsterdam UMC landelijke trainingen en wetenschappelijk onderzoek naar deze minimaal invasieve operatietechnieken van de alvleesklier. Bekijk onderstaande korte video’s van beide operaties.

    Operatie

    Het doel van een operatie is om de levermetastasen met aangrenzend weefsel zo goed mogelijk te verwijderen. Een groot deel van de lever, zo’n 60-70%, kan worden verwijderd tijdens de operatie, omdat de lever een grote reservecapaciteit heeft. Ook herstelt de lever zich doorgaans snel en kan deze binnen een aantal weken weer goed zijn functies uitoefenen. De vraag die moet worden gesteld bij de beslissing tot operatie, is of er na het weghalen van de door tumor aangetaste delen nog genoeg gezond leverweefsel overblijft om de leverfunctie te kunnen blijven uitoefenen. Een operatie is daarom alleen mogelijk als de uitzaaiingen zich niet in alle delen van de lever aanwezig zijn.

    Een operatie waarbij een deel van de lever wordt verwijderd is ingrijpend en duurt gemiddeld 2-6 uur, afhankelijk van het aantal uitzaaiingen. Deze operatie wordt in Amsterdam UMC en HPB-Amsterdam (ons gezamenlijke centrum met het OLVG ziekenhuis) heel vaak robot-geassisteerd uitgevoerd. Ons centrum heeft inmiddels ruim 100 van dit soort robot operaties uitgevoerd en is hierin gespecialiseerd. Meerdere patienten worden per week met behulp van de operatierobot geopereerd. Het is daarom belangrijk dat uw conditie goed is. Na de operatie verblijft u gemiddeld 2-6 dagen in het ziekenhuis. De duur hiervan hangt voornamelijk ervan af hoeveel leverweefsel verwijderd moest worden (‘minor’ of  ‘major’ leveroperatie) of u complicaties van de operatie ondervindt. Na bijvoorbeeld een kleine (‘minor’) robot leveroperatie kunnen de meeste patiënten al na 2-3 dagen met ontslag. De chirurg zal u uitgebreid over de risico’s op complicaties informeren.

    Stentplaatsing

    Het kan bij alvleesklierkanker voorkomen dat de tumor de galwegen dicht drukt. Een blokkade van de galafvoer kan worden opgeheven door een metalen of kunststof buisje (stent) te plaatsen in de galweg. Dit gebeurt tijdens een ERCP. Het buisje duwt de galwegen weer open en hierdoor kan het gal weer naar de dunne darm stromen. Voor het plaatsen van een stent hoeft u niet opgenomen te worden in het ziekenhuis.

    De stent kan verstopt raken waardoor de geelzucht terugkomt en/of hoge koorts optreedt. In dat geval moet de stent worden vervangen middels een ERCP.

    Ook kan het voorkomen dat het niet meer mogelijk is om een stent te plaatsen. In dit geval zal een Percutane Transhepatische Cholangiografie Drainage (PTCD) worden aangelegd. Dit wordt ook wel een galwegdrainage genoemd. Tijdens deze procedure wordt er via de huid en met behulp van een echografie een slangetje aangelegd in de galwegen. Door middel van dit slangetje kan gal alsnog worden afgevoerd. De gal wordt dan opgevangen in een zakje dat aan uw lichaam wordt bevestigd.

    Voor deze behandeling krijgt u een verdoving en een roesje. De PTCD behandeling duurt vervolgens 30-60 minuten.

    Chemotherapie

    Chemotherapie is een behandeling die als doel heeft kankercellen te doden. Bij alvleesklierkanker is de behandeling met chemotherapie vaak palliatief, dat wil zeggen dat de behandeling zich vooral richt op het remmen van de groei van de tumor. Hierdoor verminderen de klachten. Bij sommige patiënten wordt de chemotherapie ingezet na een operatie. Het doel van deze behandeling is om eventueel achtergebleven niet-waarneembare tumorcellen te doden.

    Er zijn verschillende soorten chemotherapie. Chemotherapie kan als enkelvoudig middel, maar ook in combinatie gegeven worden. De meeste chemotherapie wordt toegediend via een infuus. De frequentie van toediening is afhankelijk van het soort chemotherapie. 
    Chemotherapie kan naast kankercellen ook gezonde cellen aantasten. Daardoor kunnen bijwerkingen optreden. Vaak voorkomende bijwerkingen zijn haaruitval, misselijkheid, darmstoornissen, vermoeidheid en een verhoogd risico op infecties. De bijwerkingen zijn voor iedere chemotherapie verschillend en zullen ook per persoon verschillen. Uw arts zal de gevolgen van de chemotherapie uitgebreid met u bespreken.

    Radiotherapie

    Radiotherapie heeft bij de behandeling van alvleesklierkanker een beperkte rol. Soms kan radiotherapie in combinatie met chemotherapie de tumor verkleinen. Ook kan radiotherapie belangrijk zijn om pijnklachten te behandelen.

    Tijdens radiotherapie wordt de tumor radioactief bestraald van buitenaf. Kankercellen kunnen slechter tegen de straling dan gezonde cellen. Door de radioactieve straling raken de tumorcellen beschadigd en gaan ze kapot. Door de radiotherapie wordt de tumorgroei verminderd en is er een mogelijkheid dat de tumor kleiner wordt.

    De straling wordt zo veel mogelijk gericht op de tumor. Het is echter niet te voorkomen dat ook gezonde cellen worden bestraald. Hierdoor krijgt u te maken met bijwerkingen. Over het algemeen zorgt radiotherapie vaak voor vermoeidheid. Daarnaast kan de bestraalde huid rood worden. Dit gaat gepaard met jeuk en een branderig gevoel. Bij bestraling in het gebied van de maag krijgen patiënten vaak misselijkheidklachten. Uw radiotherapeut kan hiervoor medicijnen voorschrijven. Verder kunt u last krijgen van uw darmen.

    Radiotherapie vindt doorgaans meerdere keren per week plaats, gedurende enkele weken. Opname in het ziekenhuis is niet nodig.

    Psychosociale hulp

    Vanaf het moment dat u te horen krijgt dat u mogelijk alvleesklierkanker heeft, krijgt u te maken met grote onzekerheden. Hiermee omgaan is niet vanzelfsprekend. De periode van onderzoeken en behandelingen zijn erg zwaar, maar ook na de behandeling moet u leren te leven met uw nieuwe situatie. Dit geldt niet alleen voor u als patiënt, maar ook voor uw familie, vrienden en eventuele partner en kinderen. Er zijn organisaties die u en uw omgeving kunnen ondersteunen bij het leren leven met kanker, zowel binnen als buiten het ziekenhuis. U kunt hiervoor bij uw arts of verpleegkundig specialist informeren.

    Behandeling in studie-verband: meedoen aan onderzoek
    In het AmsterdamUMC wordt continu geprobeerd om de behandeling van kanker te verbeteren. Daarom kan het voorkomen dat wij U vragen of U in studieverband een nieuwe, experimentele behandeling wil ondergaan. In het overzicht hieronder staan de klinische studies voor deze aandoening die open zijn in het AmsterdamUMC.