Netvliesloslating
Het Amsterdam UMC is gespecialiseerd in de behandeling van de netvliesloslating. Jaarlijks voeren wij voor deze aandoening 800 operaties uit.
In deze video wordt uitgelegd wat u kunt verwachten bij een glasvochtoperatie als u een netvliesloslating heeft. De uitleg gaat ook over hoe en wanneer een glasvochtoperatie verricht wordt.
- Wat is een netvliesloslating?
- Wat zijn de verschijnselen van een netvliesloslating?
- Hoe ontstaat een netvliesloslating?
- Behandeling met vitrectomie
- Behandeling met een explant
- Gecompliceerde netvliesloslating
- Voor de operatie
- Na de operatie
Wat is een netvliesloslating?
Een netvliesloslating komt voor bij ongeveer 1 op de 10.000 mensen. Het kan in principe op elke leeftijd optreden, maar ouderen worden er vaker door getroffen. Ook bijzienden en mensen met netvliesloslating in de familie lopen meer risico. Een hele enkele keer wordt een netvliesloslating veroorzaakt door een ongeval, bijvoorbeeld een klap direct op het oog. Als de netvliesloslating niet behandeld wordt, zal deze leiden tot blijvende blindheid.
Wat zijn de verschijnselen van een netvliesloslating?
Een netvliesloslating kan verschillende verschijnselen geven:
- plotseling, donkere zwevende deeltjes zien
- gedeeltelijke uitval van het gezichtsvermogen, soms waargenomen als een gordijn
- totaal verlies van het gezichtsvermogen.
Hoe ontstaat een netvliesloslating?
Rond het vijftigste tot zestigste levensjaar treden er veranderingen op in het glasvocht, hierdoor krimpt het glasvocht. Hierbij ontstaan soms trekkrachten (tractie) aan het netvlies. Deze tractie is dus naar binnen gericht, door de tractie kan een gat in het netvlies ontstaan.
Behandeling netvliesloslating met vitrectomie
De behandeling van een netvliesloslating is operatief.
We zullen in geval van een netvliesloslating bijna altijd een operatie adviseren omdat een netvliesloslating niet vanzelf herstelt en zeer vaak leidt tot blindheid.
Het doel van een hersteloperatie is:
- verwijderen trekkrachten van het glasvocht aan het netvlies;
- terugleggen van het netvlies tegen de oogwand;
- verlittekenen van het netvlies rond het gat waardoor het vastgroeit aan de oogwand met laser of cryo;
- vasthouden van netvlies tegen de oogwand met behulp van gas of olie (tamponade).
In de meeste gevallen van netvliesloslating wordt een vitrectomie-operatie uitgevoerd. Hieronder een beschrijving van een vitrectomie.
Door krimpen van het glasvocht is een netvliesloslating ontstaan. In blauw het glasvocht. In rood het netvlies. Rechts het gat in het netvlies dat ontstaan is door trekkrachten vanuit het glasvocht en waardoorheen vocht onder het netvlies is gekomen. Het netvlies drijft dus los in het glasvocht.
Daarna wordt het oog gevuld met een gas. Dit gas zorgt ervoor dat er geen vocht onder het netvlies kan komen waardoor het netvlies rond het gat kan verlittekenen.
Na de operatie is het belangrijk om een bepaalde houding van het hoofd aan te houden om te zorgen dat het resterende oogvocht niet in aanraking kan komen met het gat. De houding zal voor elk individueel geval anders zijn. De houding is zeer belangrijk. U ontvangt hier na uw operatie instructies over.
Behandeling netvliesloslating met explant
De behandeling van een netvliesloslating is operatief.
We zullen in geval van een netvliesloslating bijna altijd een operatie adviseren omdat een netvliesloslating niet vanzelf herstelt en zeer vaak leidt tot blindheid.
Deze tekst behandelt de Explant operatie.
Dit type operatie wordt alleen toegepast in specifieke gevallen van netvliesloslatingen: Loslatingen bij jonge mensen waarbij het glasvocht nog niet (ver genoeg) is losgelaten.
Het doel van deze hersteloperatie is:
- compensatie van de trekkrachten van het glasvocht aan het netvlies met behulp van indeuking van de oogwand;
- verlittekenen van het netvlies rond het gat waardoor het vastgroeit aan de oogwand met cryo.
Bij de explant operatie wordt het gat in het netvlies opgezocht. Terplekke wordt met bevriezing (cryo) littekenvorming opgewekt. Deze littekengroei zorgt ervoor dat het netvlies rondom het gat vastgroeit aan de wand. Dit vastgroeien duurt een aantal dagen.
Gecompliceerde netvliesloslating
In sommige gevallen ligt het netvlies niet alleen los, maar is het netvlies verkort doordat er plooiing in het netvlies optreedt. Deze plooiing is het gevolg van littekenweefsel dat op het netvlies groeit, dat zich als membranen op het netvlies vasthecht. Dit proces noemen we “proliferatieve vitreoretinopatie (PVR)” en maakt de behandeling van de netvliesloslating moeilijker. Door de plooiing en verkorting is het namelijk niet meer mogelijk om het netvlies tegen de wand terug te krijgen.
PVR treedt op als een netvliesloslating lange tijd bestaat. Soms komt het voor dat een netvliesloslating een lange tijd onopgemerkt aanwezig is doordat het zich bijvoorbeeld ver aan de zijkant van het oog bevindt.
Het kan ook optreden bij een netvliesloslating die eerder behandeld is maar is teruggekomen. Een netvliesloslating die voor een tweede of derde keer wordt geopereerd zal vaak in meer of mindere mate PVR vertonen. Om deze reden is de succeskans van een herhaaloperatie kleiner.
Het is meestal mogelijk om het littekenweefsel (membraan) te verwijderen.
Om deze handelingen aan de zijkanten van het netvlies uit te kunnen voeren kan het soms nodig zijn om de lens te verwijderen. Dit kan gebeuren met een traditionele staaroperatie (phacoemulsificatie) of met een techniek van binnenuit, de endophaco. Hierbij wordt via dezelfde operatieopeningen van de vitrectomie de lens vanaf de achterkant benaderd.
Netvliesloslating: voor de operatie
Bloedverdunners
Bloedverdunners worden voor deze ingreep meestal niet gestopt. Uitzonderingen zijn operaties van gecompliceerde netvliesloslatingen: in deze gevallen zal uw oogarts dit met u bespreken. Tijdens de screening zal contact opgenomen worden met de arts die de bloedverdunners aan u heeft voorgeschreven om een inschatting te maken over het risico van het tijdelijk staken van de bloedverdunners.
Als bloedverdunners voor de operatie worden gestopt, kunt u hier meestal de dag na de operatie weer mee beginnen. Dit hoort u van uw oogarts.
Planning van de operatie
De behandeling van een netvliesloslating zal vaak met spoed worden uitgevoerd. Meestal geldt een plantermijn van hoogstens een week. U komt dus waarschijnlijk niet op een wachtlijst.
In gevallen waarin de gezichtsscherpte van een oog nog niet achteruit is gegaan (waarbij de macula nog aan ligt) zullen we een hogere urgentie hanteren. We proberen dan een operatie te plannen op de eerstvolgende werkdag, of eerder als de planning dit toelaat.
De planning van deze spoedoperaties is altijd afhankelijk van meerdere factoren waar we geen vat op hebben. Houd er daarom rekening mee dat het altijd onzeker is of uw operatie doorgaat. Het komt vaak voor dat een spoedoperatie wordt uitgesteld. Als we dit weten voordat u in het AMC komt zullen we u telefonisch inlichten. Zorg er dus voor dat u altijd bereikbaar bent, het liefst via een mobiel nummer. Het komt echter ook voor dat we de operatie moeten uitstellen als u al in het AMC bent.
Van en naar huis toe
Operaties voor netvliesloslatingen worden in dagbehandeling uitgevoerd. We adviseren u om wanneer mogelijk met begeleiding van en naar het ziekenhuis te reizen. Dit kan eventueel met openbaar vervoer. U mag niet zelf een voertuig besturen.
Plaatselijke verdoving
Deze operatie wordt meestal onder plaatselijke verdoving uitgevoerd. Het oog moet dan met een prik verdoofd worden. Deze wordt naast het oog gegeven, dus niet in het oog. Voor mensen die hier te angstig voor zijn kunnen we de operatie onder algehele narcose afspreken. Bespreek dit voor de operatie en voor de screening met uw oogarts. Een eenmaal genomen beslissing hierover kan na de screening niet meer eenvoudig veranderd worden.
Nuchter?
Soms moet u nuchter zijn voor de operatie. Dit geldt altijd als u onder narcose wordt geholpen, maar soms ook bij een plaatselijke verdoving. Als hier sprake van is dan is dit tijdens uw bezoek aan de anesthesioloog met u besproken en heeft u hierover instructies meegekregen.
Nuchter zijn betekent:
- tot 2 uur voor de operatie: alleen heldere vloeistoffen, zoals: water, vruchtensappen zonder vruchtbijmenging en frisdranken (ook met koolzuur). Let op: géén melk of melkproducten!
- tot 4 uur voor de operatie: moedermelk (borstvoeding).
- tot 6 uur voor de operatie: alle andere melk (ook zuigelingenvoeding), thee of koffie met melk/suiker en een lichte maaltijd (bv. cracker).
- tot 8 uur voor de operatie: eigenlijk alles, ook zware maaltijden met vette en gefrituurde bestanddelen.
- Wij adviseren u 24 uur voor de opname geen alcoholhoudende dranken te gebruiken en niet meer te roken.
Het kan zijn dat de anesthesioloog vooraf aan de opname/ingreep andere afspraken met u maakt, bijvoorbeeld in het geval van diabetes, zwangerschap of om andere redenen. Houdt u zich dan aan deze afspraken.
Twijfelt u of u nuchter moet zijn, neem dan contact met ons op. Niet nuchter zijn terwijl dit wel had gemoeten kan ertoe leiden dat uw operatie niet doorgaat.
Directe voorbereiding op de afdeling
Voor de operatie moet u zich omkleden. U krijgt van ons een speciaal operatiehemd aan. Uw ondergoed houdt u hieronder aan.
Direct voor de operatie zullen we het oog voorbereiden met oogdruppels. Deze hebben tot doel om het oog zo veel mogelijk te ontdoen van bacteriën en om de pupil van het oog te verwijden.
Sieraden en kostbaarheden
Het AMC is niet aansprakelijk voor het zoekraken van persoonlijke bezittingen. Laat u zaken die u niet echt nodig heeft in het ziekenhuis het beste thuis.
Netvliesloslating: Na de operatie
Houding en rust
Na deze operatie is de houding van het hoofd na de operatie voor het welslagen van de operatie erg belangrijk.
Direct na de operatie krijgt u instructies over de houding. Dit betreft meestal een houding overdag, een aparte houding voor 's nachts en de duur van de houding. Meestal zal de duur variëren tussen 5 en 7 dagen. Na deze periode hoeft u geen houding meer aan te nemen.
De houding kan soms moeilijk voor u zijn. U mag elk uur ongeveer 10 minuten uit de houding.
Het is verstandig om het in de houdingsperiode zo rustig mogelijk aan te doen. Dus ook al heeft u overdag een houding rechtop voorgeschreven gekregen, houd zo veel mogelijk rust.
Activiteiten
Tijdens de houdingsperiode moet u hoofdbewegingen zoveel mogelijk beperken. Als de houding het toelaat mag u dus wel lopen, bukken en eventueel tillen maar zorg ervoor dat dit rustig gebeurt met zo min mogelijk schokken en beperkt activiteiten tot het minimum.
Woont u alleen dan is het verstandig om hulp in te schakelen om u te ondersteunen in de eerste behoeften als bereiding van het eten en de dringendste huishoudelijke zaken.
Pijn
Het is normaal dat u direct na de operatie enige pijn zult ervaren aan het oog. Meestal is dit draaglijk en vermindert het al gedurende de dag. Houdt de pijn echter aan dan kunt u pijnstillers als paracetamol innemen. Deze krijgt u na de operatie mee met instructies over de inname.
Vaak zal er ook een scherpe, stekende pijn zijn. Dit wordt meestal veroorzaakt door hechtingen. Deze hechtingen zullen vanzelf oplossen en gedurende de eerste dagen tot weken zachter worden. Ze verdwijnen pas na enkele weken. Dit is lastig maar niet schadelijk.
Als er toenemende pijn ontstaat na de eerste controle, neem dan contact met ons op. Er kan dan sprake zijn van een late oogdrukstijging. Maar het kan ook zijn dat er een ontstekingsreactie optreedt, of ernstiger, een infectie.
Misselijkheid / hoge oogdruk
Ook misselijkheid is normaal, direct na deze ingreep. Dit heeft meestal te maken met een verhoogde oogdruk. Vaak is dit tijdelijk en zakt de oogdruk en dus de misselijkheid gedurende de dag. Na operaties waarbij de kans op oogdrukverhoging groot is krijgt u tabletten mee naar huis om de oogdruk te verlagen (diamox).
Medicatie
Direct na de operatie is het oog verbonden. Dit verband gaat er de volgende dag pas af. U hoeft in deze periode dus geen oogdruppels te gebruiken, ook niet de oogdruppels die u daarvoor al voorgeschreven had voor een andere aandoening als bijvoorbeeld glaucoom. U krijgt wel pillen mee naar huis. Het gaat dan om pijnstillers (paracetamol) en soms ook oogdrukverlagers (diamox). U krijgt hiervoor een inname schema mee. Meestal zult u de pillen om de 4 tot 6 uur innemen tot aan de nacht.
De dag na de operatie wordt het verband verwijderd. Dan pas gaat u starten met oogdruppels. Instructies hierover krijgt u bij het controlebezoek. Het betreft oogdruppels met antibiotica om infecties te voorkomen en steroïden om de ontstekingsreactie te verminderen (tobradex). Meestal zult u deze 4 maal daags moeten indruppelen gedurende de eerste week, gevolgd door een afbouwschema.
Een enkele keer, als de oogdruk te hoog blijkt, kan ook een druppel voorgeschreven worden ter verlaging van de oogdruk.
Lezen en televisie kijken
Gedurende de houdingsperiode adviseren we u om zo min mogelijk te lezen. Televisie kijken is echter toegestaan, ook het lezen van ondertiteling of teletekst op afstand. U zult dit dan uiteraard moeten doen met het andere oog. Let er wel op dat u uw voorgeschreven houding in kunt blijven nemen.
Gezichtsvermogen
Het zicht is direct na de operatie slecht. Ook al was het zicht voor de operatie nog goed. Dit komt door het gas of de olie dat in het oog achtergelaten wordt.
De gasbel zal binnen een aantal weken langzaam naar beneden trekken.
Een weergave van het beeld van het geopereerde oog met gas. In het begin zal er enkel bovenin beeld zijn. Onder is het beeld wazig door de gasbel. De grens van de gasbel is zichtbaar als een bewegende lijn boven in beeld. Gedurende de weken daarna zal de gasbel naar beneden wegzakken waardoor het beeld geleidelijk aan weer terugkomt.
Een wijde pupil
Voor de operatie heeft u oogdruppels gekregen die de pupil verwijden. Een van de druppels werkt erg lang na, soms tot 2 weken na de operatie. En wijde pupil in deze periode is dus normaal. Het kan zijn dat u hierdoor veel last heeft van fel (zon)licht. U kunt een zonnebril gebruiken als u dit prettig vindt.
Een bloederig oog
Tijdens de operatie hebben we wondjes moeten maken in het oogwit. Het oogwit zal hierdoor rood zien. Als u goed kijkt (dichtbij in de spiegel) zult u zien dat het wordt veroorzaakt door gezwollen bloedvaten maar ook door bloed dat zich onder het bindvlies van het oogwit bevindt. Dit is volkomen normaal en volkomen onschadelijk.
Het kan soms voorkomen dat in de dagen tot weken na de operatie een nieuwe bloeding ontstaat waardoor het bindvlies van het oogwit fel en diep rood kleurt en opzwelt. Hierbij kan zelfs druppelsgewijs bloedverlies optreden. Ook dit kan geen kwaad. U mag het oog voorzichtig aan de ooglidranden schoonmaken.
Schoonmaken
Na elke oogoperatie zullen er dagelijks korsten vormen. Soms zijn deze korsten bloederig. Ze kunnen geen kwaad. Het is wel goed om de oogleden schoon te houden.
U kunt dit doen met bijvoorbeeld een schone washand gedrenkt in lauw water. Eventueel kunt u hier een beetje babyshampoo in oplossen. Het beste is het om het oog voorzichtig te deppen terwijl u het gesloten houdt. Voorkom aanraking van het oogwit of de oogbol zelf.
Douchen
U kunt na de operatie gewoon douchen of een bad nemen. Ook uw haar kunt u gerust wassen. Voorkom daarbij dat water vrijelijk in het oog stroomt. Houd het oog dus gesloten, eventueel afgedekt met een schoon doekje of washandje.
Zwemmen
Zwemwater bevat altijd micro-organismen. We raden u af om te zwemmen gedurende de eerste 4 weken na de operatie.
Sporten
We adviseren u om de eerste 3 weken niet te sporten. Als de gasbel na deze periode nog aanwezig is moet u ook wachten met sporten. De duur van de aanwezigheid van de gasbel is afhankelijk van het soort gas dat is gebruikt en varieert van een week tot een aantal weken.
Weer aan het werk?
Gedurende de periode van de houding moet u niet werken. Het is dan het beste om zoveel mogelijk rust te nemen. Na het verstrijken van de houdingsperiode is het afhankelijk van het herstel van het oog wanneer u weer aan het werk gaat. Meestal zal hier een periode van 1 tot 2 weken voor gelden.
Vliegen
Zolang de gasbel nog aanwezig is mag u niet vliegen. Tijdens een vlucht zakt namelijk de cabinedruk waardoor de oogdruk tot gevaarlijk hoogten zal stijgen. Dit kan leiden tot blijvende schade. Bij olie bestaat er geen beperking voor vliegen.
Een vakantie annuleren
Een vliegreis na de operatie mag u vanwege de gasbel niet maken. Na de ingreep is er ook een periode waarin de netvliesloslating weer kan terugkomen. We houden hiervoor een periode van 3 maanden aan. Dit kan een reden zijn om een reis te annuleren. Overleg dit met uw oogarts.
Heeft u een reis geboekt in deze periode, geef dit dan aan bij uw reisorganisatie en uw eventuele annuleringsverzekering. Als deze daarom vragen kunnen we een medische verklaring aan u meegeven.
Vertekend beeld
Als gevolg van de netvliesloslating kan er vervorming van het beeld optreden. Deze vervorming kan zeer storend zijn. Meestal zien we dat de meeste vervorming gedurende de eerste zes maanden afneemt. Vaak zal er altijd enige vervorming aanwezig blijven; hoeveel is niet te voorspellen.
Als de vervorming stoort kunt u er voor kiezen om het oog tijdens bijvoorbeeld het lezen af te dekken. Dit kan met een donker lapje, of anders een oogverband of een plakker op de bril. Het afdekken kan geen kwaad. Het oog zal niet lui worden. Wel is het verstandig om het oog te blijven gebruiken op alle andere momenten. Zeker als u bijvoorbeeld buiten loopt. Door het afdekken verliest u een deel van het gezichtsveld, hetgeen gevaarlijke situaties op kan leveren.
Tijdelijk gezichtsveldverlies
De netvliesloslating veroorzaakt verlies van beeld in een bepaald deel van uw gezichtsveld. Na succesvolle behandeling zal dit deel van het gezichtsveld weer terugkomen. Onder bepaalde omstandigheden kan het lijken alsof het oude gebied zich weer donkerder aftekent. Als dit slechts tijdelijk is heeft het niets te betekenen. Het zal meestal optreden bij verandering van de lichtomstandigheden: bijvoorbeeld als u van donker naar licht of juist van licht naar donker gaat.
Autorijden
Bij daling van het gezichtsvermogen van een van de ogen mag u 3 maanden lang niet een personenauto besturen. Na deze 3 maanden mag autorijden weer, als u aan de situatie gewend bent geraakt.
Voor het besturen van grotere voertuigen bestaan specifiekere regels. Overleg dit in eerste instantie met uw oogarts. In complexe gevallen zullen we u met uw vragen doorverwijzen naar het CBR.
Heeft u nog vragen
Neemt u dan contact op met de oogarts via de polikliniek Oogheelkunde:
Locatie VUmc: 020-4441170 (buiten kantoortijden 020-4444444)
Locatie AMC: 020-5663100 (buiten kantoortijden 020-5669111)