Prostaatkanker

Prostaatkanker was met ruim 9500 nieuwe ziektegevallen in 2008 de meest voorkomende vorm van kanker bij mannen. Prostaatkanker is na longkanker de tweede doodsoorzaak aan kanker bij mannen.

De prostaat is een klier die deel uitmaakt van het mannelijke urine- en voortplantingssysteem. De prostaatklier ligt vlak onder de blaas en omgeeft de plasbuis (urethra). De functie van de prostaat is de productie van het zaadvocht, welk wordt afgegeven bij de zaadlozing. Omdat de plasbuis door de prostaat loopt, heeft deze laatste waarschijnlijk ook een functie bij het ophouden van de urine (urine continentie). Met de vinger in de endeldarm (rectum) is de achterzijde van de prostaat goed te voelen.

Klachten

Prostaatkanker geeft in het begin meestal geen klachten. Mannen bezoeken hun huisarts of uroloog vanwege plasklachten. In de meeste gevallen is er sprake van een goedaardige prostaatvergroting (BPH, benigne prostaathyperplasie). Plasklachten komen wel voor bij prostaatkanker, maar dan vaak in een later stadium van de ziekte. Meestal was de kwaadaardigheid dan al bekend.

Prostaatkanker sneldiagnostiek

De afdeling urologie van het Amsterdam UMC heeft in haar streven naar optimale patiëntenzorg de sneldiagnostiek prostaatpolikliniek opgezet. Het doel is om de patiënten met verdenking prostaatcarcinoom binnen drie werkdagen te voorzien van een diagnose en behandelplan. Het traject is zo ingericht dat patiënten alle onderzoeken op 1 dag krijgen.

Sneldiagnostiek

Sneldiagnostiek houdt in dat alle onderzoeken die nodig zijn om tot een diagnose te komen zo snel mogelijk worden uitgevoerd. De onderzoeken vinden plaats in directe samenwerking met de physician assistant (physician assistent werkt onder supervisie van de medisch specialist), de uroloog (in opleiding) en een verpleegkundige. Daarnaast zal er tijdens het multidisciplinair overleg besproken worden of een behandeling noodzakelijk is en welke behandeling dan het beste bij uw situatie past. Het multidisciplinair team bestaat uit een uroloog, radiotherapeut, medisch-oncoloog, patholoog-anatoom en een physician assistant. Dit team heeft elke week een overleg waarin alle patiënten besproken worden.

Onderzoeken

Bij het spreekuur van de sneldiagnostiek prostaatpolikliniek volgen, na een uitvoerig gesprek, een aantal onderzoeken:

  1. Rectaal toucher: er zal via de anus naar de prostaat worden gevoeld.
  2. Bloedonderzoek: er wordt bloed afgenomen voor de bepaling van het PSA. Een verhoging van PSA in het bloed kan duiden op afwijkingen in de prostaat, bijvoorbeeld (maar zeker niet noodzakelijk) kanker.

Naar aanleiding van het gesprek en de onderzoeken wordt besloten of verder onderzoek moet worden verricht.

Bloedonderzoek (PSA-test)

De prostaat scheidt in het bloed een bepaald stofje uit, welk kan worden gemeten in het laboratorium. Deze stof heet prostaat-specifiek antigen (PSA). Een verhoogde waarde van dit PSA kan duiden op de aanwezigheid van prostaatkanker, echter ook een ontsteking van de prostaat of de blaas, de aanwezigheid van een katheter, of een goedaardige prostaatvergroting (BPH).

Bij een afwijkend rectaal onderoek of wanneer het PSA gehalte te hoog is, kan de uroloog besluiten verder onderzoek te doen in de vorm van een echografie van de prostaat met of zonder biopsieën.

Rectaal onderzoek

Bij het lichamelijk onderzoek kan de prostaat worden afgetast middels een gehandschoende vinger in de anus (rectaal toucher). Het rectaal onderzoek is meestal niet pijnlijk. Anderzijds is het rectaal onderzoek tegenwoordig vrij ongevoelig voor de opsporing van prostaatkanker, en enkel de (lokaal) gevorderde prostaatkankers zullen hierbij worden opgespoord.

Echografie

Bij dit weinig belastende onderzoek wordt via de anus een klein apparaatje (de echo) in de endeldarm (het rectum) gebracht. Bij deze methode kunnen via geluidsgolven afbeeldingen gemaakt worden van de prostaat. Zo kan o.a. de grootte (het volume) van de prostaat worden gemeten. Tegenwoordig is een belangrijke functie van de echografie het afbeelden van de prostaat voor het afnemen van prostaat-weefselstukjes.

Biopsie

Bij dit onderzoek worden met behulp van echografie (weefselstukjes) biopten van ongeveer 1,5 centimeter lengte en 2 millimeter breedte uit de prostaat genomen. Dit is meestal een niet al te pijnlijke procedure. Dit onderzoek zal uiteindelijk aantonen dan wel uitsluiten dat er prostaatkanker aanwezig is.

Over het algemeen en afhankelijk van de grootte van de prostaat worden er 8 tot 12 biopten genomen. De weefselstukjes worden opgestuurd naar een laboratorium en beoordeeld door een patholoog. Uit het weefselonderzoek kan ook blijken of de tumor agressief groeit of niet.

Erfelijke prostaatkanker

Als prostaatkanker bij meerdere familieleden voorkomt, spreekt men van erfelijke prostaatkanker.

Indicatie verwijzing klinische genetica i.v.m. mogelijk erfelijk prostaatkanker

  • Familiair prostaatkanker
  • Prostaatkanker jonger dan 55-jarige leeftijd
  • Prostaatkanker in combinatie borstkanker op jonge leeftijd
  • Prostaatkanker in combinatie met familiair borstkanker

    Onderzoek naar erfelijk prostaatkanker

    Als er sprake is van prostaatkanker bij meerdere familieleden is de kans op het vinden van een erfelijke aanleg beperkt. Het voorkomen van erfelijke prostaatkanker kan in veel gevallen nog niet genetsich worden verklaard. DNA-diagnostiek is in deze families vaak (nog) niet mogelijk. Soms komt prostaatkanker voor in combinatie met andere soorten kanker in één familie. Er kan dan sprake zijn van een ander erfelijk tumor syndroom waarnaar wel DNA-onderzoek kan worden verricht. Bijvoorbeeld als er naast prostaatkanker ook sprake is van familiaire borstkanker.

    Risico's passend bij erfelijk prostaatkanker

    Als er sprake is van een familiaire prostaatkanker kan het wel zinvol zijn om een screeningsadvies te geven. Ook is het mogelijk van belang uit te sluiten of er geen andere erfelijke tumorsyndromen de oorzaak zijn van de prostaatkanker in de familie.

    Behandelingen

    Nadat uit de onderzochte weefselstukjes blijkt dat er prostaatkanker aanwezig is, zal de uroloog de bevindingen bespreken met de patiënt. De keuze voor een eventuele behandeling hangt af van verschillende factoren:

    • de groeiwijze, agressiviteit en uitgebreidheid van de prostaatkanker
    • de leeftijd van de patiënt en zijn gezondheid
    • de voorkeur van de patiënt
    • de voorkeur van de behandelend arts

    Behandeling gericht op curatie, niet uitgezaaide prostaatkanker

    Wanneer de prostaatkanker beperkt blijft tot de prostaat en er geen aanwijzingen zijn voor uitzaaiingen kan gekozen worden voor een van de volgende behandelopties:

    1. Actief volgen ('active surveillance') bij prostaatkanker
      Bij veel mannen is de ziekte bij toeval ontdekt zonder dat deze klachten en symptomen gaf. Op basis van het onderzoek van de weefselstukjes en de hoogte van het prostaat-specifiek antigen (PSA) wordt verondersteld dat deze prostaatkankers slechts heel langzaam groeien. Hierdoor kan ook worden verondersteld dat deze prostaatkankers waarschijnlijk de eerste jaren na de vaststelling van de ziekte geen klachten zullen geven. Deze mannen worden regelmatig gecontroleerd op de polikliniek van de urologie middels PSA-controles, rectaal onderzoek en eventueel herhaalde prostaatbiopsieën. Indien de patiënt dit wenst, of wanneer de kenmerken van de tumor in negatieve zin veranderen kan altijd nog gekozen worden voor een van de andere behandelingen gericht op curatie, zie 2 of 3.
    2. Chirurgie bij prostaatkanker
      Bij deze ingreep wordt de gehele prostaat verwijderd, evenals de beide zaadleiders en zaadblaasjes. Soms worden ook de lymfklieren nabij de prostaat weggehaald. Tegenwoordig zijn er meerdere chirurgische mogelijkheden, te weten: een open ingreep (buiksnede in de onderbuik), een kijkoperatie (laparascopisch), of een door de robot-geassisteerde kijkoperatie. Alle chirurgische opties hebben zo hun voor- en nadelen, maar allen kunnen ze leiden tot een meer of mindere mate van incontinentie voor urine en impotentie (erectiele dysfunctie) bij de geopereerde patiënten. Amsterdam UMC beschikt over een moderne operatierobot, een bedieningssysteem waardoor laparascopische ingrepen eenvoudiger kunnen worden verricht, met name aan prostaat en nier. De robot bestaat uit een paar mechanische armen die bediend worden door de chirurg van de afdeling urologie. Deze voert in de operatiekamer via een driedimensionaal beeld de handelingen uit. De robot vertaalt zo de operatiebewegingen van de chirurg met extreme precisie. De operatie speelt zich 'onderhuids' af door slechts een aantal kleine sneetjes in de buik. Zo blijft het operatiegebied beperkt, raakt minder omliggend weefsel beschadigd, is er minder bloedverlies, minder pijn en minder littekenweefsel. De kans op complicaties neemt hierdoor af en het herstel verloopt sneller.
    3. Radiotherapie bij prostaatkanker
      Bij wat meer grotere of agressievere tumoren zal gekozen worden voor uitwendige bestraling van de prostaat en de zaadblaasjes. De behandeling kan soms tot ongeveer zeven weken duren met in totaal 35 bestralingen. Ook na deze behandeling kan erectiele dysfunctie of incontinentie voor urine optreden. Daarnaast ontstaan soms darmklachten. Soms wordt deze methode gecombineerd met hormoontherapie voor een totale duur van minstens twee jaar.

    Hormonale behandeling

    Wanneer wel uitzaaiingen zijn aangetroffen kan de groeibevorderende werking van het mannelijk hormoon (testosteron) op verschillende manieren worden uitgeschakeld:

    • operatief verwijderen van testes
    • toedienen van medicijnen die ervoor zorgen dat de zaadballen geen testosteron meer produceren
    • toedienen van medicijnen die het aangrijpingspunt van testosterong verstoren (anti-androgenen).

      Chemotherapie bij prostaatkanker

      Wanneer uitzaaiingen zijn gevonden en de prostaatkanker niet meer hormonaal gevoelig is, kan chemotherapie volgen.

      Chemotherapie brengt direct schade toe aan kwaadaardige kankercellen. Kankercellen herstellen zich minder goed en zijn vaak gevoelig voor chemotherapie. Gezonde cellen zullen ook te lijden hebben onder de chemotherapie, maar hebben een beter herstellend vermogen. Klachten als gevolg van chemotherapie hangen af van het type cytostatica dat u krijgt.

      Het algehele gevoel van vermoeidheid en vermindering van de weerstand komen in bijna alle gevallen voor. Andere klachten als misselijkheid, smaakverandering, haaruitval en invloed op het zenuwstelsel veschillen per kuur. Er zijn verschillende middelen en kuurschema's denkbaar. tussen de kuren door krijgt het lichaam de tijd zoveel mogelijk te herstellen.

      Behandeling in studie-verband / meedoen aan onderzoek

      In Amsterdam UMC wordt continu geprobeerd om de behandeling van kanker te verbeteren. Daarom kan het voorkomen dat wij U vragen of U in studieverband een nieuwe, experimentele behandeling wil ondergaan.