Snel en flexibel opleiden

Gepubliceerd op: Tue Jun 29 10:17:00 CEST 2021

Entrustable professional activities (EPA’s)

De arbeidsmarkt van de zorg roept om personeel dat sneller wordt opgeleid en kan switchen naar andere afdelingen. Een modulair opleidingsaanbod kan helpen. Daarom gaan alle verpleegkundige vervolgopleidingen en medisch ondersteunende opleidingen hun onderwijs inrichten met EPA’s: entrustable professional activities. Hoe werkt die transitie en wat zijn de aandachtspunten?


In 2018 is het programma CZO Flex Level ingezet om het nieuwe CZO-opleidingsstelsel in te richten voor de verpleegkundige vervolgopleidingen en het medisch ondersteunend onderwijs. De belangrijkste bouwstenen bij de vernieuwing zijn EPA’s. Dit zijn beroepsactiviteiten die studenten zelfstandig mogen uitvoeren als zij hebben laten zien daarin bekwaam te zijn. Nieuw zijn deze EPA’s overigens niet; al in 2005 werden ze ontwikkeld voor de medische vervolgopleidingen.


Tussen nu en 2023 gaan alle verpleegkundige vervolgopleidingen en medisch ondersteunende opleidingen in Nederland de EPA’s implementeren. Daardoor zal er meer transparantie ontstaan; studenten kunnen zorgopleidingen gemakkelijker met elkaar vergelijken, ook EPA’s bij andere opleidingen volgen en zo hun eigen individuele leerroute samenstellen. Op een nieuwe werkplek kunnen werknemers eenvoudig afspraken maken over inwerkprogramma’s. Ze kunnen immers laten zien in welke EPA’s zij al bekwaam zijn verklaard, kunnen die beroepsactiviteiten snel aantonen op de nieuwe plek en hoeven alleen nog de EPA’s te volgen die nodig zijn voor de nieuwe functie. Zo bieden EPA’s extra kansen voor een leven lang leren.

Vier soorten

CZO Flex Level heeft tot nu toe zo’n 200 EPA’s beschreven voor 21 opleidingen. Voorbeelden zijn: positioneren en fixeren van patiënten op de OK-tafel (voor de opleiding Anesthesiemedewerker) en zorgdragen voor een vitaal bedreigd kind (voor de opleiding Kinderverpleegkundige). De beschrijving van de EPA’s is landelijk vastgesteld, maar theorieaanbieders en praktijkinstellingen bepalen samen hoe ze geïmplementeerd worden.

EPA’s bestaan in vier soorten: kern-, specifieke, functieoverstijgende en basis-EPA’s. Bij allemaal speelt klinisch redeneren een centrale rol.

Alle studenten binnen een bepaalde specialisatie moeten bekwaam zijn in de kern-EPA’s. Specifieke EPA’s zijn nodig voor gespecialiseerde functies (zoals transplantatieverpleegkundige). De functieoverstijgende EPA’s horen niet bij een specifieke functie. Het gaat bijvoorbeeld om de zorg voor een patiënt in de palliatieve fase of het verzorgen van een verpleegkundig spreekuur. Basis-EPA’s, tenslotte, vormen de gemeenschappelijke basis voor alle specialisaties binnen een cluster. Op dit moment heeft Flex Level alleen voor het cluster Acute Zorg zo’n basis beschreven. De andere clusters starten direct met de kern-EPA’s.

Toevertrouwen

Om een EPA toevertrouwd te krijgen, doorloopt de student een aantal supervisieniveaus. Hij of zij mag de professionele activiteit achtereenvolgens: alleen observeren en niet uitvoeren (niveau 1); uitvoeren onder directe supervisie, waarbij de begeleider in dezelfde ruimte fysiek aanwezig is (niveau 2); uitvoeren onder indirecte supervisie, waarbij de begeleider niet fysiek aanwezig is maar wel snel beschikbaar (niveau 3) en zelfstandig uitvoeren (niveau 4). Bij de overgang van niveau 3 naar 4 krijgt de student de ‘bekwaamverklaring’. Er is nog een laatste supervisieniveau, waarbij de student zelf een minder ver gevorderde student superviseert (niveau 5).

Een praktijkcurriculum gebaseerd op EPA’s vraagt een andere kijk op toetsing dan we tot nu toe gewend zijn. ‘Toevertrouwen’ en ‘bekwaam verklaren’ staan centraal. Cora Visser is onderwijskundige bij de Amstel Academie, onderdeel van Amsterdam UMC: “Begeleiders hebben een soort onderbuikgevoel als ze een student beoordelen. Ze vragen zich af: vertrouw ik jóú toe dat je deze beroepsactiviteit zonder supervisie uitvoert? En vertrouw ik het je nú toe? Ik vind dat ‘toevertrouwen’ van beroepsactiviteiten, of ‘entrustment’, daar heel goed bij past.”

Basis Acute Zorg
Door de coronacrisis dreigde een tekort aan zorgmedewerkers op vooral de IC en SEH. Voor verschillende instituten was dat aanleiding om de nieuwe opleiding Basis Acute Zorg (BAZ) versneld aan te bieden. Ook de Amstel Academie is in december 2020 met de BAZ gestart. Het is de eerste – en tot nu toe enige – opleiding waarin EPA’s zijn geïmplementeerd.
Lees hier meer over de BAZ opleiding.

Studenten kunnen de vijf EPA’s binnen zes maanden halen. Voor de ontwikkeling van de beroepsactiviteiten is gekeken naar de gemeenschappelijke basis van de verpleegkundige vervolgopleidingen in het acute cluster. Na de BAZ kunnen studenten een uitstroomprofiel volgen. Willen ze later een andere richting in het acute cluster inslaan, dan is een switch eenvoudig. Dat klinkt positief, maar toch plaatst Malou Stoffels een kanttekening. Zij is lid van het EPA-expertiseteam van CZO Flex Level en als onderwijskundig adviseur praktijkopleiding Verpleegkunde betrokken bij de implementatie van EPA’s op de Amstel Academie. “Het is fijn dat we dankzij de BAZ snel kunnen beschikken over extra handen op de acute afdelingen. Maar er kleeft ook een risico aan zo’n flexibel systeem. De BAZ is niet bedoeld als zelfstandige opleiding. Toch bestaat de kans dat mensen nooit een uitstroomprofiel volgen. We moeten erop letten dat we volwaardige beroepsbeoefenaren opleiden en niet alleen mensen voor de korte termijn.”

Tijd nodig

Veel instituten gebruiken de transitie naar lesstof met EPA’s voor een flinke verbeterslag. Ook de Amstel Academie digitaliseert en moderniseert de leeromgeving. In oktober gaan de Acute Zorg opleidingen van start met de BAZ in EPA’s, gevolgd door de rest van de vervolgopleiding zoals gewend. De Acute Zorg opleidingen starten in april 2022 geheel in EPA’s, de Vrouw en Kind opleidingen in september 2022 en de Langdurige Zorg opleidingen in november 2022.

De UMC Utrecht Academie is afgelopen voorjaar gestart met de BAZ, en verwacht in het voorjaar van 2022 de Moeder & Kind- en Langdurige Zorg opleidingen te kunnen aanbieden in EPA’s. Die relatief snelle implementatie is mogelijk doordat de praktijkcurricula voor alle verpleegkundige vervolgopleidingen en medisch ondersteunende opleidingen al sinds 2008 zijn ingericht met themakaarten. Deze kaarten – zo’n zes á zeven per opleiding – zijn gebaseerd op het gedachtegoed van EPA’s. Ook bij de themakaarten gaat het om afgebakende eenheden die praktijkbegeleiders aan een student toevertrouwen.

Praktijken en opleiders gaan in co-creatie de inhoud van de themakaarten onderbrengen en doorontwikkelen naar EPA’s. “Dat zal nog steeds een klus zijn”, zegt Wilma Kleijer, senior opleider/adviseur bij de UMC Utrecht Academie. “Het moet zorgvuldig gebeuren, want wij willen geen oude wijn in nieuwe zakken. Een verbeterpunt is bijvoorbeeld de toetsing door begeleiders op de werkvloer. Nu is dat nog te vaak een kwestie van afvinken van ‘kunstjes’. Met de EPA’s kunnen we de overgang maken naar echt toevertrouwen.”

Of het EPA-systeem meteen na invoering het gewenste effect zal hebben op de afdelingen? Dat verwacht Stoffels niet: “De veranderde werk- en denkwijze moet landen, omarmd en benut worden. Daar is tijd voor nodig.”


Lees meer over medisch onderwijs en opleiden in de laatste uitgave van het magazine IO.

Gepubliceerd op: Tue Jun 29 10:17:00 CEST 2021