Schouder aan Schouder – ook zorg, onderwijs en HR

Gepubliceerd op: Tue Jun 29 08:00:00 CEST 2021

Het pilotproject Schouder aan Schouder, waarbij wachttijdstudenten worden ingezet als Klinisch Verpleegkundig Ondersteuner, slaat drie vliegen in één klap. Wij realiseren ondersteuning bij het inhalen van de zorgachterstand, bevorderen het interprofessioneel leren en samenwerken én we bieden studenten een zinvolle invulling van hun wachttijd. Dit initiatief is mede tot stand gekomen dankzij de intensieve samenwerking tussen zorg, onderwijs en HR.

Toen de druk op de zorg voor covidpatiënten langzaam af begon te nemen, diende het volgende vraagstuk zich aan: hoe halen we de door covid opgelopen zorgachterstand weer in en bieden we zorgprofessionals gelegenheid om te herstellen van een bijzonder heftige periode? Ondanks het capaciteitsprobleem en zonder in te binden op kwaliteit?     

“In januari dit jaar kwam professor Jaap Bonjer met het innovatieve idee om hiervoor wachttijdstudenten in te zetten”, vertelt projectleider HR Sophie Rijpkema. “Vrij snel daarna werd een team samengesteld waar onder andere Judith Hetem, Rosa Veldhoen en Paul de Maaijer vanuit onderwijs, verpleegkundig directeuren Joost van Galen en Ingeborg Goes en ik van HR aanhaakten om een en ander in gang te zetten.” Een goed op elkaar ingesteld team dat zijn nut al eerder had bewezen ten tijde van de covidcrisis.

“We ervaren hoe onlosmakelijk zorg, onderwijs en HR verbonden zijn”


Onlosmakelijk verbonden
Joost legt uit: “Zo’n anderhalf jaar geleden werden we geconfronteerd met een tekort aan deskundigen voor de verpleegkundige zorg van covidpatiënten Dit vroeg om een oplossing op zeer korte termijn. Maar aan alleen extra mankracht hadden we niet genoeg. De ondersteuning die er kwam – van externe verpleegkundigen tot aan medisch studenten – was of niet voldoende opgeleid of niet bekend met onze instelling. Die ‘driehoek’ was nodig.” Er moest gerekruteerd worden, maar ook geschoold. En dat in hoog tempo. Judith: “Dit vroeg om een andere manier van samenwerken en besluitvorming. Om korte lijnen en snel schakelen.” En dat lukte. “We ervaarden als nooit tevoren hoe onlosmakelijk de zorg, onderwijs en HR met elkaar verbonden zijn.”

Geheel nieuwe functie
Die nauwe samenwerking in crisistijd bleek een uitstekend fundament om op voort te borduren voor Schouder aan Schouder. Zo kon snel geschakeld worden tussen de verschillende partijen over welke ondersteuning nodig was, wat (juridisch) haalbaar zou zijn en welke scholing een en ander zou vereisen. Sophie: “Op basis hiervan hebben we vervolgens een geheel nieuwe functie gedefinieerd; die van KVO - Klinisch Verpleegkundig Ondersteuner.” Een functie met, toegegeven, best een ambitieus lijstje taken.

Géén verpleegkundige
De KVO-er helpt bij diverse taken en verpleegkundige handelingen. Denk aan de ADL, het afnemen van anamnese, of een infuus inbrengen. Maar, benadrukken alle drie: het is géén verpleegkundige. Het gaat om een ondersteunende functie. Dit wordt nog eens extra bevestigd tijdens de sollicitatieprocedure. Sophie: “Solliciterende studenten moeten echt laten zien dat ze in deze ondersteunende rol willen werken en daarvan willen leren. Ze worden niet als dokter in opleiding aangenomen, maar als ondersteuner van verpleegkundigen. Bovendien solliciteren ze voor een specifieke afdeling waar ze affiniteit mee hebben.” Studenten die in aanmerking komen moeten minimaal drie dagen per week inzetbaar zijn en worden medewerker van Amsterdam UMC. “Maar het mes snijdt aan twee kanten”, zegt Joost. “Los van dat we door wachttijdstudenten op deze manier in te zetten de zorg ontlasten, is dit voor hen echt een mooie manier om verbonden te blijven met de instelling. “En, ook niet onbelangrijk, er ontstaat meer wederzijds begrip tussen verpleegkundigen en medisch studenten, de toekomstige artsen. Wat uiteindelijk het interprofessioneel samenwerken ten goede komt.”

Training en intensief inwerktraject
Elke KVO-er krijgt begint met een tweedaagse training in het skillslab. “Maar we weten: na twee dagen ben je absoluut nog niet in staat om zelfstandig te werken”, zegt Judith. “Het grote werk begint daarna. Op de afdeling. Met een intensief inwerktraject door de verpleegkundigen.” Waarbij ze zich realiseert dat dit best veel van de afdelingen vraagt. “Maar uiteindelijk zullen ze ervaren dat het hen ontlast.”

Continue evaluatie
Sinds mei is de eerste lichting KVO-ers aan de slag op de afdeling Orthopedie op locatie AMC. Binnenkort volgen ook andere afdelingen op beide locaties. Gedurende de pilot evalueert het projectteam continu en is er veel afstemming met de afdeling om, zoals Joost zegt, ‘aligned te blijven’ en het takenpakket en de scholing waar nodig bij te stellen.

Samenwerking andere zorginstellingen
Ook andere zorginstellingen, waaronder het Flevoziekenhuis en het Zaans Medisch Centrum (ZMC) geven aan een dergelijk project te willen starten. Judith “Wat we daarbij voor ogen hebben, is dat de studenten die daar aan de slag gaan, bij ons getraind worden met een inwerkperiode in de eigen organisatie.” “We hopen zelfs deze zomer al een scholing te kunnen bieden”, vult Sophie aan. “Met uiteindelijk een train de trainer-traject, zodat mensen uit het Flevoziekenhuis en ZMC daar de training kunnen voortzetten. Ook willen we een maandelijkse opleiding ontwikkelen en een bij- en nascholingstraject voor al werkende KVO-ers.” De samenwerkingen met de andere zorginstellingen is daarnaast ook gericht op het delen van ervaringen. Judith: “Want van wat er bij hen gebeurt, kunnen ook wij weer leren.”

Mooi om te zien
In oktober 2021 is de pilot ten einde. Maar nu al spreekt uit de verhalen van de drie volle tevredenheid. “We zien een goede match tussen studenten en het verpleegkundig team. En studenten zijn heel bereidwillig en leergierig. Dat is mooi om te zien”, zegt Sophie. Aan het eind van de pilot moet duidelijk worden of het ook voor een langere periode mogelijk is om KVO-ers in te zetten en op welke manier. Sophie: “Uiteindelijk gaat het erom dat de afdelingen er zoveel mogelijk profijt van hebben.”

Vloeibare samenwerking
Dat de prettige samenwerking naar meer smaakt, daar zijn ze het ook alle drie over eens. Joost: “Ook bij toekomstige vraagstukken zullen we elkaar makkelijker weten te vinden.” Judith geeft aan ook heel blij te zijn met het effect op de alliantie tussen locatie AMC en VUmc. “Het heeft de samenwerking tussen beide huizen veel vloeibaarder gemaakt. We kijken nog meer naar wat het beste is voor het ziekenhuis. Hoe we elkaar, met ieder onze eigen expertise, aanvullen. Covid heeft ons dus gelukkig niet alleen maar narigheid gebracht.”

Facts en figures

Schouder aan Schouder is een initiatief van professor Jaap Bonjer, hoogleraar chirurgie Amsterdam UMC. Het projectteam bestaat uit professionals van locatie AMC en VUmc, waaronder verpleegkundig directeuren Joost van Galen en Ingeborg Goes, project- en programmaleider HR Sophie Rijpkema en opleidingsadviseurs Judith Hetem, Rosa Veldhoen en Paul de Maaijer.
Het project loopt al op de afdeling Orthopedie locatie AMC. Binnenkort volgen ook Chirurgische Oncologie, Maag-, Darm en Leverziekten en de Zorgeenheid kort verblijf op locatie VUmc en het dagcentrum en de zorgeenheid traumachirurgie/MKA/plastische chirurgie aan AMC-zijde. Inmiddels hebben 160 wachttijdstudenten van de UVA en de VU zich aangemeld om te solliciteren.


Gepubliceerd op: Tue Jun 29 08:00:00 CEST 2021