Rianne van der Burgt wint PhD scholarship voor onderzoek naar MS
Rianne heeft eerst de bachelor Psychobiologie en vervolgens een master Biomedische wetenschappen afgerond, waarin ze zich heeft gespecialiseerd in moleculaire hersenwetenschappen. ‘Tijdens mijn bachelor kwam ik erachter hoe enthousiast ik word van het moleculair kunnen verklaren van hersenaandoeningen. Specifiek ben ik geïnteresseerd in MS, omdat mijn moeder en andere familieleden deze ziekte hebben. Mijn doel is om een steentje bij te dragen aan de kennis van de ziekteontwikkeling en daarmee een stap te zetten richting betere medicatie.’
< Rianne met haar moeder
Het traject
Aangezien Rianne wist dat ze op het gebied van MS wilde promoveren, heeft ze al vroeg in haar opleiding contact opgenomen met de onderzoeksgroep van dr. Gijs Kooij en prof. dr. Elga de Vries. Haar eerste stap in het MS-veld was het schrijven van een literatuuronderzoek over de rol van lipiden in MS in de groep van Gijs Kooij. Daarna heeft ze in Zweden bij prof. dr. Fredrik Piehl een onderzoeksstage gedaan naar de rol van het Epstein-Barr virus (veroorzaker van Pfeiffer) in MS. Door deze ervaringen heeft zij haar onderzoeksvoorstel met veel enthousiasme geschreven onder supervisie van haar begeleiders de Vries, Kooij en Piehl en het Amsterdam UMC PhD scholarship gewonnen. Rianne, ‘Ik ben enorm blij en trots dat ik de scholarship heb gekregen. Nu kan ik extra enthousiast verder met mijn onderzoek om wat te betekenen voor zowel de wetenschap als mensen met MS!’
Lipiden bij MS
Ze zal zich de komende vier jaar richten op de rol van lipiden in de ziekteontwikkeling van MS. Het wordt steeds duidelijker dat er sprake is van een veranderd lipidenprofiel in deze aandoening. Deze stoffen zorgen er normaal gesproken voor dat ontstekingsprocessen in toom worden gehouden, waardoor verstoringen in de balans leiden tot chronische ontstekingen die worden gezien bij MS. Rianne, ‘Mijn onderzoek is enorm gevarieerd. Van het bepalen van lipiden levels in mensen met MS, naar het bestuderen van veranderingen in hersenweefsel, de effecten op immuun cellen. De laatste stap is om de opgedane kennis te vertalen naar mogelijke therapeutische behandelingen.’