Psychosociale problemen bij vluchtelingenkinderen
Onder vluchtelingenkinderen komen meer psychosociale problemen voor dan bij hun in Nederland geboren leeftijdgenoten. Artsen en verpleegkundigen werkzaam in de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) kunnen deze problemen binnenkort tijdig signaleren met behulp van een toolbox.
Deze toolbox is ontwikkeld met behulp van een literatuur- en pilotonderzoek naar vroegsignalering van psychosociale problemen in de JGZ, uitgevoerd door onderzoekers van Amsterdam UMC.
Vertaalde én ingesproken vragenlijsten in zes talen
Na een zeer grondige literatuurstudie kozen de onderzoekers vier vragenlijsten die voldoende betrouwbaar en valide bleken voor vluchtelingenkinderen en hun ouders: de Strengths and Difficulties Questionnaire (SDQ), Children’s Revised Impact of Event Scale (CRIES), Stressful Life Events (SLE) en de Refugee Health Screener (RHS). De laatste drie zijn nieuw voor de JGZ.
Deze vragenlijsten zijn vertaald in zes talen: Arabisch, Dari, Farsi, Pashto, Tigrinya en Turks. Vervolgens zijn ze door meertalige sprekers ingesproken, vraag voor vraag, met alle antwoordopties. Kinderen, jongeren of hun ouders vulden de vragenlijsten digitaal in, met audio ondersteuning. Hierdoor kon iedereen, ook degenen die hun moedertaal niet (goed) kunnen lezen, de vragenlijsten invullen zonder inzet van een tolk.
Dataverzameling tijdens de coronapandemie
De dataverzameling stond begin 2020 op het punt om van start te gaan, toen de coronapandemie uitbrak. De pandemie had een grote invloed op de JGZ, waardoor onderzoeker Ilse Verhagen het onderzoek tijdelijk moest uitstellen. Vanaf november 2020 tot en met juli 2021 hebben kinderen, jongeren en ouders alsnog meegedaan met het pilotonderzoek, ondanks lockdowns en andere maatregelen. “Dat was een hele klus”, zegt Ilse Verhagen, onderzoeker verbonden aan de afdeling Kinder- en Jeugdpsychiatrie. “Niet alleen voor mij, ook voor de deelnemende JGZ-medewerkers!”. Door de lockdowns moesten zij bijvoorbeeld een inhaalslag maken voor het rijksvaccinatieprogramma, of ze werden ingezet voor overige taken zoals vaccineren tegen het coronavirus.
Kinderen vanaf 3 tot 18 jaar uit zeven AZC’s
Ilse voerde het pilotonderzoek uit in samenwerking met jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen werkzaam op AZC’s en in de gemeente vanuit zes organisaties: GGD regio Utrecht, GGD Flevoland, GGD Zuid-Limburg, GGD Hollands-Midden, GGD Fryslân en GGD Gelderland-Zuid.
In totaal deden 111 kinderen en jongeren mee, tussen de 3 en 18 jaar. Zij vulden zelf de lijsten in of hun ouders voor hen. Vaak deden ze dit met hulp van de JGZ-medewerker. Bijna de helft kwam uit Syrië, de overige deelnemers uit Iran, Eritrea, Turkije, Afghanistan, Yemen en Irak. Ongeveer twee derde van de kinderen was hier met beide ouders, één op de zes was met één ouder en de rest was met een volwassen broer of zus of alleen in Nederland.
Beter signaleren van psychosociale problemen
Uit de eerste resultaten blijkt dat deze kinderen meer psychosociale problemen hebben dan hun in Nederland geboren leeftijdgenoten. “Dit is misschien geen verrassend resultaat, maar we hadden hier nog weinig gegevens over in Nederland.”
Ilse: “Het is heel belangrijk dat we dit samen met de JGZ hebben gedaan, want alle vluchtelingenkinderen krijgen bij hen een uitgebreide intake. Het is van grote meerwaarde dat JGZ-medewerkers met deze toolbox psychosociale problemen op een gestructureerde, betrouwbare en valide manier kunnen signaleren.”
‘Wat gaat er schuil achter een glimlach?’
Momenteel gebruikt de JGZ hiervoor nog geen specifieke vragenlijsten of andere tools. Veel JGZ-medewerkers waren tevreden met de toolbox en vonden de vragenlijsten een handig hulpmiddel. Ook ouders en kinderen waren er veelal over te spreken. Zo zei een Syrische jongere: “Op deze manier kunnen mensen weten hoe ik me echt voel, ook als ik het niet in woorden kan uitdrukken”. En een ander: “je weet nooit wat er schuil gaat achter een glimlach.”
Het onderzoek
Wereldwijd zijn meer dan 100 miljoen mensen op de vlucht, bijna de helft van de vluchtelingen zijn kinderen onder de 18 jaar. In de Nederlandse zorg krijgen professionals steeds vaker te maken met kinderen met een vluchtelingenachtergrond.
Het doel van deze studie was om te onderzoeken welke vragenlijsten de psychosociale gezondheid van kinderen met een vluchtelingenachtergrond goed in kaart kunnen brengen en hoe toepasbaar deze zijn in de JGZ. Daarnaast wilden de onderzoekers vaststellen in welke mate vluchtelingenkinderen psychosociale problemen hebben en met welke risicofactoren en beschermende factoren deze samenhangen.
De studie is uitgevoerd door Ilse Verhagen, onder begeleiding van Irma Hein (afdeling Kinder- en Jeugdpsychiatrie) en Mariëtte Hoogsteder (afdeling Public and Occupational Health). Financiering kwam van ZonMw.
Twee wetenschappelijke artikelen over dit onderzoek zijn in voorbereiding.
Voor een video over de voorbereidingen voor dit onderzoek, zie deze presentatie op het NEJA congres.