Kinderen over hun eigen gezondheid en welzijn
Bianca Fortuin (GGD Flevoland en promovenda bij Amsterdam UMC) onderzoekt hoe kinderen denken over hun eigen gezondheid en welzijn. Hoe kunnen we die inzichten gebruiken om het preventieve gezondheidsonderzoek in groep 7 van de jeugdgezondheidszorg (JGZ) te verbeteren? Jasmijn van Heijst interviewde Bianca over haar onderzoek. ‘Kinderen weten heel goed wat ze belangrijk vinden voor hun gezondheid.’
Je gezond voelen, in een gezonde leefomgeving
‘Er zijn tot nu toe best verrassende resultaten gekomen uit mijn eerste studie. Zo bleek dat kinderen een gezonde leefomgeving heel belangrijk vinden. Ze benoemden de natuur, buiten zijn, frisse lucht en zelfs de plastic soep kwam langs. Daar wordt in het gezondheidsonderzoek door de JGZ nu nog weinig aandacht aan besteed.’ Bianca onderzocht bij kinderen uit groep 7 van acht scholen in Amsterdam, Amstelland en Flevoland hoe zij over gezondheid en welzijn denken en wat zij belangrijk vinden om te bespreken met de jeugdgezondheidszorg. En ze besprak deze resultaten met JGZ-professionals.
Een ander resultaat was dat kinderen meer benoemden wat belangrijk is om zich goed te voelen. Terwijl de JGZ meer gericht is op het screenen van gezondheidsrisico’s.
Spanningsveld tussen wat kinderen willen en wat de JGZ doet of kan doen?
Screenen is een belangrijke taak van de JGZ, maar het roept nieuwe vragen op. Hoe sluit je voldoende aan bij de behoeften van kinderen, terwijl je als JGZ blijft voldoen aan wettelijke kaders en taken?
In een andere studie ging Bianca in gesprek over de ervaringen van kinderen met het gezondheidsonderzoek van de JGZ. Ze vinden dit heel belangrijk, ‘volgens hen mag dat best wat vaker plaatsvinden.’ Terwijl de JGZ bezig is om de screeningsmomenten met kinderen en inzet van medewerkers nog efficiënter te laten verlopen. Dat biedt uitdagingen voor de toekomst. Hier komt Bianca’s werk als beleidsmedewerker van pas. ‘Ik maak zo een mooie vertaalslag van de onderzoeksresultaten naar mijn dagelijkse praktijk.’
‘De mevrouw van de GGD’
Bianca vindt het leuk om te werken met kinderen, ouders, leerkrachten en JGZ-collega’s in dit onderzoek. ‘Je neemt hun perspectieven mee en probeert zonder (voor)oordeel met hen in gesprek te gaan. Het is best uitdagend om contact te krijgen met ouders en scholen als onderzoeker. Maar als je dat eenmaal hebt, krijg je veel verrassende inzichten.’
Het allerleukst vindt ze de sessies met de kinderen. ‘Ik heb groepssessies gedaan, vanuit verschillende methoden - concept mapping, focusgroepen. De interactie met kinderen is zo leuk!. Kinderen vinden het ook heel leuk om deel te nemen. Als je op school komt, roepen ze je naam – ‘Hé, dat is die mevrouw van de GGD!‘ Ze vinden het fijn hoe we met ze omgaan: we nemen ze serieus, zijn niet zo hiërarchisch en luisteren goed. Soms vinden ze het iets te lang duren, of een beetje saai. De terugkoppeling van de resultaten vinden ze bijvoorbeeld niet zo boeiend. Ze leven heel erg in het moment.’
Draagvlak onder JGZ-medewerkers
Ook vindt Bianca het belangrijk om JGZ-collega‘s mee te nemen in het onderzoeksproces en hen te enthousiasmeren. ‘Ze denken enthousiast mee, helpen bij de werving van scholen, kinderen of collega’s en vinden het leuk om te horen over de resultaten. Zo creëer je draagvlak. Ik hoor eigenlijk alleen maar enthousiaste reacties, vooral over dat ik mijn onderzoek samen met kinderen doe. Samen met kinderen innoveren voegt extra waarde toe aan het onderzoek.’
Kruisbestuiving tussen beleid, praktijk en onderzoek
Als beleidsmedewerker heeft Bianca een netwerk dat ze inzet. Ze zit in een aantal landelijke overleggen en daar zijn er ook geïnteresseerden. ‘Nu krijg ik af en toe al een mailtje van een collega van een andere organisatie. Dat maakt het ook zo leuk om het werk als beleidsmedewerker te combineren met dit promotieonderzoek.‘ Bianca is opgeleid als verpleegkundige en gezondheidswetenschapper. Na enkele jaren als jeugdverpleegkundige te hebben gewerkt, werd ze beleidsmedewerker JGZ en is ze dit gaan combineren met het promotieonderzoek. De expertise uit de praktijk neemt ze mee in het onderzoek en andersom gebruikt ze nu meer systematische methoden en onderzoeksliteratuur in haar beleidswerk. ‘Daardoor heeft het onderzoek ook bijgedragen aan de kwaliteit van mijn beleidsdocumenten. Als beleidsmedewerker ben je minder met onderzoek bezig. Door mijn onderzoek heb ik weer meer verbinding met de academische wereld.’
Direct toepasbaar
Bianca is momenteel druk bezig met focusgroepen met ouders en kinderen over hoe ze het gezondheidsonderzoek in groep 7 ervaren. Een AIOS en een student geneeskunde helpen haar hiermee. ‘In oktober ga ik naar het Europese JGZ / schoolgezondheidszorg congres (EUSUHM). Daar geef ik twee presentaties. En ik presenteer een poster op de Inspiratiedag AWJG op 10 oktober in Almere.’
Haar bevindingen zijn al direct toepasbaar. ‘Bij de JGZ zijn we bezig met diverse pilots. Het lijkt erop dat we sommige aanpassingen vrij eenvoudig kunnen doorvoeren in het preventief gezondheidsonderzoek groep 7 van GGD Flevoland. Misschien zelfs al komend jaar. Zoals meer aandacht in het gesprek om jezelf als verpleegkundige voor te stellen, zodat het gesprek gelijkwaardiger wordt en kinderen niet als enige van alles over zichzelf moeten delen. Maar ook de wachtkamer kindvriendelijker maken, door er bijvoorbeeld wat Donald Duck-weekbladen te leggen.’
Dicht bij elkaar - onderzoek, beleid en opleiding
Bianca vindt het fijn dat GGD Flevoland deel is van de AWJG. En dat binnen de onderzoeksafdeling bij Amsterdam UMC verschillende projecten dicht bij elkaar liggen. ‘We kunnen praktijk- en onderzoekservaringen delen en elkaar helpen bij werving of dataverzameling. Zo liggen praktijk en onderzoek dicht bij elkaar.’
Opleiding speelt een belangrijke rol en ze heeft al veel stagiaires begeleid - studenten gezondheidswetenschappen of geneeskunde. ‘Studenten geneeskunde krijgen zo de kans om de sociale geneeskunde te leren kennen. Ze maken kennis met de praktijk en werkplekken buiten het ziekenhuis, naast het onderzoek. Studenten zien soms op tegen lang achter de computer zitten. Maar door meeloopdagen in de JGZ eraan te koppelen en data mee te verzamelen wordt het heel afwisselend. En leren ze de praktijk kennen.’
Een stem voor kinderen in het preventief gezondheidsonderzoek
Bianca Fortuin leidt het onderzoeksproject Kinderen over hun eigen gezondheid en welzijn van de AWJG. Doel is om samen met kinderen uit groep 7 een instrument over gezondheid en welzijn te ontwikkelen, als onderdeel van het preventief gezondheidsonderzoek (PGO 7) op scholen. Bianca doet dit onderzoek als buitenpromovenda en combineert dit met haar functie als beleidsmedewerker bij GGD Flevoland. Het project is een samenwerking tussen Amsterdam UMC, GGD Flevoland en GGD Amsterdam.
Eerst onderzocht ze hoe kinderen denken over hun gezondheid en welzijn. Hierin maakte ze gebruik van de methode concept mapping. Nu onderzoekt ze wat kinderen en ouders denken over het huidige PGO in groep 7. ‘We hebben al wat focusgroepen met kinderen gehouden en interviews met ouders. De komende tijd gaan we focusgroepen met ouders houden.’ Daarna zal ze co-creatiesessies met kinderen starten. Wat is er goed aan hoe het nu is, wat moet anders? Zijn er al methodieken die hierbij passen of moeten we echt iets nieuws ontwikkelen? ‘Er zijn al veel ontwikkelingen in de JGZ, dus misschien kunnen we een bestaand instrument of methode gebruiken of aanpassen.’
De aanleiding voor het project was dat GGD Flevoland de vragenlijst in groep 7 wilde verbeteren. ‘Kinderen weten heel goed wat ze willen bespreken, maar ze worden nog weinig betrokken bij de ontwikkeling van dit soort innovaties. In dit onderzoek willen we kinderen een grotere stem geven.’
De resultaten van Bianca‘s onderzoek naar de perspectieven van kinderen op hun eigen gezondheid en welzijn zijn gepubliceerd in het Journal of Pediatric Nursing.