Gezond slapen voor ieder kind
Hoe help je kinderen van 4 tot 12 jaar om goed te slapen? Dat is best complex, ontdekte onderzoeker Laura Belmon (GGD Amsterdam, Amsterdam UMC) tijdens haar promotieonderzoek Gezond Slapen. In dit interview vertelt Laura over slaapgezondheid bij kinderen – en hoe ouders, professionals en de gemeente hierin een rol kunnen spelen.
Gezond slapen is complex
Er zijn veel verschillende factoren die de slaap van kinderen kunnen beïnvloeden. Naast persoonlijke factoren (zoals kennis en gedrag), spelen sociale- en fysieke factoren een belangrijke rol in een gezonde slaapomgeving. Laura: ‘De factoren zullen niet voor ieder kind hetzelfde zijn. Niet elk kind heeft bijvoorbeeld last van geluidoverlast, of van gepest worden. Maar áls een kind last heeft van één van deze factoren, kan dit de slaap beïnvloeden.’
Laura heeft de literatuur samengevat over factoren die slapen bij kinderen van 4 tot 12 jaar beïnvloeden. Vervolgens heeft ze aan kinderen, ouders en professionals gevraagd wat volgens hen de belangrijkste factoren zijn voor ongezond slapen bij kinderen. Laura: ‘De resultaten lieten samen zien dat er meerdere factoren zijn waar een kind zelf, of de ouder, geen invloed op heeft. Dit betekent dat we de omgeving meer ondersteunend moeten maken, zodat het makkelijker wordt om gezonde slaapgewoonten uit te voeren.’
Slaap verbeteren: het systeem aanpakken
Voor echte impact moet je dus het hele systeem aanpakken. Dit kan met een ‘Health in All Policies’-aanpak (HiAP) ofwel integraal gezondheidsbeleid. Dat houdt in dat je gezondheidsbevordering en de onderliggende factoren niet alleen inbedt in de publieke gezondheids- en zorgsector, maar ook in andere sectoren, zoals de onderwijssector en burgerparticipatiesector. ‘Om een voorbeeld te noemen: gezinnen die in armoede leven, hebben vaak last van stress. Door de spanningen in het gezin slapen sommige kinderen mogelijk minder goed. Dan kun je je richten op stressreductie in het gezin, bijvoorbeeld als aanvulling op de inkomensondersteuning van de gemeente, met als doel de slaap van kinderen te verbeteren. Maar dat is slechts één aspect in het systeem.’
Het doel van het project was om een interventie te ontwikkelen om gezond slapen te stimuleren onder kinderen van 4 tot 12 jaar. Zo’n interventie moet dus verschillende factoren meenemen - zoals psychosociale factoren, omgevingsfactoren. En het moet verschillende omgevingsniveaus betrekken, zoals organisaties, beleid, de wijk. Dus een interventie vanuit het perspectief van een integraal gezondheidsbeleid. Laura: ‘Buiten het gezondheidsdomein houden weinig professionals zich direct bezig met het stimuleren van gezondheid, terwijl zij daar wel degelijk een positieve bijdrage aan (kunnen) leveren. Zo is een gezond slaappatroon bijvoorbeeld heel belangrijk voor kinderen op school, omdat goed slapen kinderen helpt zich goed te concentreren en beter te presteren. Goede slaapgezondheid van kinderen stimuleren is daarom cruciaal bij het verbeteren van het onderwijs en de schoolprestaties.’ Laura zegt dat de samenwerking tussen verschillende beleidssectoren versterkt kan worden, om samen de gezondheid te verbeteren van de jonge inwoners. Op die manier wordt het verbeteren van de volksgezondheid een gedeelde verantwoordelijkheid.
Blauwdruk voor integraal gezondheidsbeleid
De gemeente kan dus een grote rol spelen. ‘Met Gezond Slapen hebben we een blauwdruk ontwikkeld waarmee de gemeente Amsterdam de acties voor beleid en praktijk verder uit kan werken. Met zo’n aanpak begeleid je mensen in de verschillende beleidssectoren bij het onderzoeken, ontwikkelen en implementeren van acties, in samenwerking met relevante lokale stakeholders. Dit kan ook breder zijn dan alleen slaap, want de onderliggende factoren van gezond gedrag, zoals bewegen en voeding, overlappen vaak. Andere gemeenten kunnen deze blauwdruk gebruiken als handvat voor het opzetten van een integraal gezondheidsbeleid op dit thema. En deze vervolgens aanpassen naar de eigen context.’ Ze stelt dat deze blauwdruk gezondheidsbevorderaars ook helpt als methode bij het onderzoeken van een gezondheidsprobleem. ‘Uniek is dat we Intervention Mapping hebben gecombineerd met het perspectief van integraal gezondheidsbeleid.’
Verrassende samenwerking
Gezond Slapen is een van de eerste projecten op het gebied van gezond slapen onder kinderen in de sector publieke gezondheid. ‘Het was ontzettend leuk om te pionieren op dit gebied. Dat zorgde uiteraard ook voor uitdagingen: gaandeweg kwamen we erachter dat we een andere richting op moesten gaan dan we hadden gedacht. Gelukkig was het project flexibel: de gemeente Amsterdam wilde vooral doen wat het beste was, waardoor we de koers konden aanpassen.’
In het project Gezond Slapen werkten verschillende organisaties in Amsterdam samen: het programma de Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht, GGD Amsterdam, Sarphati Amsterdam, Amsterdam Public Health institute en een onderzoeksteam van de sectie Jeugd & Gezondheid van Amsterdam UMC. ‘Door deze samenwerking is het een heel interessant project geworden, waarin beleid, praktijk en academie werden samengebracht.’ Laura vond het bijzonder om onderdeel te zijn van deze organisaties. ‘Daardoor heb ik veel met verschillende mensen kunnen werken, wat veel perspectieven meebrengt in het onderzoek. Naast onderzoekers spreek je ook beleidsmakers, gezondheidsprofessionals, jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen, buurtmanagers, buurtsportcoaches, leerkrachten en uiteraard ouders en kinderen.’
Die betrokkenheid van zoveel organisaties brengt ook verschillende belangen in het project, dat maakte het soms ingewikkeld. ‘Ook al streef je allen naar hetzelfde doel, vanuit beleid, praktijk en wetenschap zijn er toch verschillende belangen, die in zo’n project dan bij elkaar gebracht moeten worden. Dat was een mooie uitdaging.’
De toekomst
Laura is onder de indruk van de inzet van de betrokken organisaties voor de gezondheid van Amsterdammers en Amsterdamse kinderen. ‘Ik heb gezien hoeveel mensen zich met 100% hiervoor inzetten in Amsterdam. En dat is nodig; dat hebben we in coronatijd wel gemerkt.’
Ze vindt dat de samenwerking tussen beleid, praktijk en wetenschap continu versterkt moet worden. ‘Deze drie domeinen hebben elkaar allemaal nodig en kunnen van elkaars expertise gebruik maken. Ik zie heel veel voordelen in een goede samenwerking tussen deze drie pijlers. Dat geldt ook voor de combinatie van de verschillende gezondheidsgedragingen voeding, sport en beweging en slaap: we moeten meer naar het geheel kijken. Gelukkig wordt slaap steeds meer gezien als een essentieel onderdeel van het totale gezondheidspatroon.’