Functiedifferentiatie in de operatiekamer: antwoord op personeelstekort?

Gepubliceerd op: Mon Nov 29 16:40:00 CET 2021

Waar functiedifferentiatie in de verpleging heel gebruikelijk is, zien we dit ook steeds meer in de operatiekamer. Met de intrede van de functie Medewerker operatieve zorg (MOZ) is er een duidelijke taakverdeling in de operatiekamer. Door meer MOZ-ers op te leiden kan de druk op de arbeidsmarkt ontlast worden. Want met de verder oplopend tekort aan operatieassistenten is het een enorme opgave geschikt personeel te vinden.

Hoog volume laag- en middelcomplexe behandelingen

De MOZ assisteert alleen bij hoog volume laag- en middelcomplexe behandelingen. Denk aan operaties die plaatsvinden in zogenoemde ‘straatjes’, zoals de arthroscopieën, liesbreuken, cholecystectomieën, middenoordrainages en cataractoperaties. De MOZ staat naast de operatieassistent die ook wordt ingezet bij hoogcomplexe en acute operaties, en organisatie gebonden taken uitvoert. Zo moet een operatieassistent bij calamiteiten altijd de taken van een MOZ kunnen overnemen en draait een MOZ alleen dagdiensten. Ook moet de operateur weten dat in het operatieteam een medewerker met een afgebakende taakuitoefening zit.

‘De MOZ is zeer toegewijd, weten veel en horen volledig bij het team.
Er zijn altijd meerdere OK’s waar ze kunnen werken.
Onze ervaring is dat de MOZ heel goed als regisseur op de OK kan functioneren.’
LVO

Voor wie?

MOZ-studenten hebben al werkervaring en werken vaak al in het ziekenhuis. Denk aan medisch secretaresses, CSA-medewerkers of polikliniekmedewerkers, die hun loopbaan een nieuwe impuls willen geven. In ziekenhuizen zit meer potentieel aan mensen die dolgraag willen doorstromen. Als we deze mensen die kans bieden, komt er in de operatiekamers vast – niet tijdelijk – personeel dat gediplomeerd én gemotiveerd is. Bovendien kan een MOZ via een schakelprogramma doorstromen naar de reguliere opleiding operatieassistent. Omgekeerd kan een student die de reguliere opleiding volgt, terugstromen naar de MOZ. Zo behouden we mensen in wie we investeren, voor de zorg.

‘Bij ons werken de operatieassistenten en de MOZ samen op de afdeling, omdat een operatieassistent de taken van de MOZ bij calamiteiten moet overnemen. Onze productiemix – wij bieden zowel laag-, middel- als hoogcomplexe zorg – sluit goed aan bij deze functiedifferentiatie. Er is altijd een programma dat onze MOZ kan en mag draaien. Wel is het lastig de juiste balans te vinden in de fte-verdeling onder operatieassistenten en de MOZ, omdat de MOZ geen onregelmatige diensten draait.’
Spaarne Gasthuis

Inhalen achterstanden

Door het gebrek aan goed opgeleid personeel liggen operatiekamers stil, lopen de wachtlijsten op en moeten ziekenhuizen tijdelijke, duurdere detacheringskrachten aantrekken. Door de pandemie is deze situatie er in feite nog slechter op geworden. Veel operaties zijn uitgesteld en moeten toch ergens een keer ingehaald worden.

Voor vrijwel alle operaties – of ze nu eenvoudig of complex zijn – worden vaak nog breed opgeleide operatieassistenten ingezet. Terwijl bij geprotocolleerde operaties, die voornamelijk in zelfstandige behandelcentra plaatsvinden, een MOZ prima kan functioneren. Juist in deze functiedifferentiatie ligt een kans om gediplomeerd operatiepersoneel op een passende plek in te zetten en daarmee het personeelstekort in de operatiekamer terug te dringen*.

Medewerker operatieve zorg

  • Wat: Tweejarige opleiding medewerker operatieve zorg (MOZ), NLQF niveau 4.
  • Waar: Amstel Academie - Amsterdam UMC of Erasmus MC Academie Rotterdam
  • Wanneer: in 1999 gestart als ‘operatieassistent tweede deskundigheidsniveau’, sinds najaar 2018 CZO-erkend
  • Hoe: de MOZ werkt bij electieve protocollaire zorgsituaties met een voorspelbaar verloop en een geringe kans op het optreden van peroperatieve complicaties.
  • Specialismen: algemene chirurgie, KNO, gynaecologie, oogheelkunde, urologie, PRC, mond-kaakchirurgie en orthopedie.

Medewerker operatieve zorg

*De kranten staan bol van het tekort aan operatieassistenten. De animo voor de opleiding is gering en de opleidingsplaatsen in ziekenhuizen zijn beperkt. Het Capaciteitsbureau adviseert in het Capaciteitsplan 2018-2021 jaarlijks 1068 nieuwe operatieassistenten op te leiden. Dat is bijna drieënhalf keer zoveel dan de instroom van 2017 (313 studenten).

Gepubliceerd op: Mon Nov 29 16:40:00 CET 2021