Beschadigingen in witte stof veroorzaken schade in verbonden grijze stof
Het was al bekend dat er een relatie is tussen beschadigingen in de witte stof en de schade in de verbonden grijze stof van de hersenen bij mensen met MS. Merlin Weeda onderzocht in haar promotieonderzoek of het één het gevolg is van het ander. Het bleek dat schade aan de witte stof voorspellend is voor schade aan de verbonden grijze stof en niet andersom. Merlin promoveert op dinsdag 31 oktober aan Amsterdam UMC.
Witte stof voor grijze stof
Merlin Weeda maakte MRI-scans met geavanceerde technieken en vond dat de schade in de witte stof op de eerste MRI-scan een voorspeller is voor de hoeveelheid verlies van hersenweefsel (hersenkrimp) die een jaar later optreedt in de verbonden grijze stofgebieden. Andersom bleek grijze stof hersenkrimp geen voorspeller voor verbonden witte stofschade.
Voorspeller voor achteruitgang
De relatie tussen hersenkrimp in de grijze stof als gevolg van schade in de verbonden witte stof was alleen te vinden bij mensen die tijdens de studie klinisch achteruit waren gegaan en niet bij mensen die stabiel waren gebleven. Hierbij was vooral de schade in de witte stof en dus niet de hersenkrimp in de grijze stof voorspellend voor de achteruitgang na twee jaar. Dit is belangrijk omdat het bepalend kan zijn voor behandeladviezen om hersenkrimp te voorkomen.
Andere gebieden van centraal zenuwstelsel
Merlin heeft ook in haar promotieonderzoek ook naar MRI-data van andere grijze stofgebieden gekeken, zoals de thalamus en het ruggenmerg. De thalamus is een belangrijk hersengebied. Hiervoor gold dat in de ene hersenhelft wel een verband was tussen witte stof schade en grijze stof krimp en in de andere hersenhelft niet. Voor het ruggenmerg vond Merlin geen verband tussen laesies en krimp. Samengevat kan gezegd worden dat de hoeveelheid schade in de witte stof samenhangt met de mate van krimp van grijze stof.
Dit onderzoek is mogelijk gemaakt door Stichting MS Research