Programmatisch toetsen in de masteropleiding geneeskunde
Coassistenten aansporen om vaker feedback te vragen
Blijf leren, je leven lang – dat moet het motto zijn van elke dokter. Het is aan de opleiding geneeskunde om het zaadje ervoor te planten. Een andere manier van toetsen en beoordelen helpt. De masteropleiding van Faculteit der Geneeskunde VU begint in september 2021 met ‘programmatisch’ toetsen: cijfers en losse toetsen maken plaats voor een samenhangend geheel van (vooral) feedbackmomenten.
“Coassistenten vragen niet snel om feedback als het niet goed gaat”, zegt onderwijsontwikkelaar en projectleider programmatisch toetsen Franciska Koens. “Ze zijn bang dat zo’n vraag invloed heeft op hun cijfer, dus dat zo’n kwetsbare opstelling ze wordt nagedragen. Er zijn ook coassistenten die op het juiste moment weten te shinen, terwijl er misschien best dingen zijn waar ze nog aan moeten werken. Wie eenmaal een cijfer heeft, stopt met leren. Dat is zonde en niet de houding die we dokters willen aanleren.”
Niet meer afgerekend op één moment
Programmatisch toetsen kan hier uitkomst bieden. Het wil zeggen dat een coassistent niet meer wordt ‘afgerekend’ op één toets of beoordelingsmoment, maar dat hij (of zij) op verschillende momenten in een jaar laat zien wat hij in huis heeft. Een commissie beoordeelt aan het einde van zo’n jaar op basis van ‘datapunten’ of de coassistent aan de normen voldoet. Datapunten zijn de resultaten van de kennistoetsen, zelfevaluaties en feedback van begeleiders. Denk bij dat laatste aan observaties van de werkvloer (bijvoorbeeld: hoe neemt iemand een anamnese af?) of aan feedback op een door de coassistent geschreven essay. Coschappen worden dus niet meer elk afzonderlijk afgesloten met een cijfer. De coassistenten ronden een jaar af met een mix aan datapunten afkomstig uit alle coschappen, opgenomen in een digitaal portfolio. Daarmee ligt de focus (veel) minder op punten scoren en meer op feedback en vooruitgang in het leerproces.
Sturen op álle zeven competenties
Gynaecoloog Petra Bakker vindt het positief dat de opleiding de coassistenten vertrouwd maakt met feedback vragen. “Daarnaast denk ik dat we hiermee makkelijker kunnen sturen op álle zeven competenties uit het Raamplan Artsopleiding 2020. Een competentie als maatschappelijk handelen toetsen we nu eigenlijk nauwelijks.”
Geen discussie meer over het verschil tussen een 6 of een 7
Bakker vindt het ook prettig dat ze als begeleider de discussies over precieze cijfers achter zich kan laten. “Een beoordeling vanaf de werkvloer is subjectief, maar het verschil tussen onvoldoende en voldoende is makkelijker vast te stellen dan dat tussen een 6 en een 7, of tussen een 7 en een 8. Ik ben wel blij dat ik straks van die verantwoordelijkheid af ben.” Koens vult aan: “Het gaat veel meer over: wat heb je laten zien en waar moet je nog aan werken? Als het goed is, is het beter zichtbaar als iemand structureel geen goede beoordeling krijgt op een bepaalde competentie.”
Een uitdaging: meer mentoren nodig
Daarvoor moet wel vaker worden meegekeken in het digitale portfolio van de coassistent. Nu spreekt de tutor de coassistent vier keer in drie jaar tijd. Straks heet de tutor ‘mentor’ en kijkt hij of zij negen keer mee. Koens: “Paradoxaal genoeg is het zo dat als je coassistenten meer sturing geeft over hun eigen leerproces, je ze in het begin meer moet begeleiden”. Er zijn dus meer mentoren nodig en dat is, zo geven zowel Bakker als Koens aan, een uitdaging.
Trainingen in het geven van én omgaan met feedback
Mentoren, begeleiders én studenten krijgen een training in de nieuwe manier van toetsen en beoordelen. Begeleiders worden vooral getraind in hoe ze studenten stimuleren om aan de slag te gaan met de feedback. De training zal ook aandacht geven aan wat ze in het digitale portfolio noteren. De training van de coassistenten zal vooral gaan over hoe zij de ontvangen feedback kunnen omzetten in acties. De aankomende lichting coassistenten (studiejaar 2021-2022) is de eerste die te maken krijgt met programmatisch toetsen. In drie jaar tijd moet de vernieuwing in de hele masteropleiding worden ingevoerd.
Heel volwassen houding
Bakker verwacht dat de overgang voor begeleiders niet heel groot zal zijn. “Voor gynaecologie hanteren we al een vorm van programmatisch toetsen. We zijn landelijk bezig met vernieuwing van de vervolgopleiding en daarin krijgt deze manier van toetsen een nog prominentere rol. Onze beroepsgroep is altijd voorloper geweest in onderwijsvernieuwing, de ervaring is dat de andere opleidingen zullen volgen.” Koens voegt eraan toe: “Coassistenten hebben al kennisgemaakt met principes van programmatisch toetsen in hun voorbereidend coschap. Dat werkt heel goed. Het levert een heel volwassen houding op.”
Cum laude nog onzeker
Tot slot: kunnen coassistenten straks niet meer cum laude afstuderen, nu de meeste cijfers worden losgelaten? “Dat is nog punt van discussie”, zegt Koens. “Als je wilt dat coassistenten zich kwetsbaar durven opstellen ten opzichte van hun leerproces, lijkt de toevoeging ‘cum laude’ niet logisch.”
Wil je meer weten over programmatisch toetsen bij de Faculteit der Geneeskunde VU? Bezoek dan de pagina programmatisch toetsen op Programmatisch toetsen in de master - [jan-mrt] - Faculteit der Geneeskunde VU. Bekijk hier ook de animatiefilm over programmatisch toetsen.