Meedoen aan de maatschappij

Taal & ik

Eigenlijk wist Dicky Gingnagel (48) al op de lagere school dat hij een probleem had met lezen en schrijven. Het ging allemaal minder makkelijk dan bij zijn klasgenootjes en hij miste veel lessen vanwege zware bronchitis. Van extra aandacht voor zijn leermoeilijkheden was geen sprake. Integendeel. Hij werd achterin de klas gezet en ingeschakeld voor allerlei klusjes: koffie rondbrengen, een kerstboom halen. “Maar daarvoor zat ik toch niet op school!” 

Hij kan er nog verontwaardigd over worden. Met handigheidjes rommelde hij zich door allerlei baantjes. En altijd met angst in zijn lijf ging hij naar zijn werk. Altijd bang dat hij fouten zou maken, dat collega's hem zouden uitlachen en belachelijk zouden maken. Pas toen hij 29 jaar was, trof hij een baas die hem serieus nam. Die niet alleen doorhad dat hij moeite had met lezen en schrijven maar hem ook wees op de mogelijkheden daar iets aan te doen. Dicky: “Hij vertelde me dat er speciale taallessen zijn op speciale scholen. Dat wist ik niet!”

'Maar daarvoor zat ik toch niet op school!'

Toen hij eenmaal op het spoor gezet was van het ROC maakte hij gretig gebruik van alle mogelijkheden die er zijn voor laaggeletterden. Zeven jaar bracht hij erdoor. “Ik kwam helemaal tot leven. Ik kon mijn eigen post lezen, ik ging folders en handleidingen begrijpen. Ik ben zelfs gaan computeren, samen met allerlei kantoormensen en ben geslaagd voor het examen!” Je kunt jezelf ontwikkelen en meedoen in de maatschappij, blijkt uit zijn verhaal. “Dat is heel erg fijn. Maar”, zegt hij er nadrukkelijk bij, “je moet het wel zelf doen en niet opgeven.”

Hij werkt nu als verkeersregelaar bij Pantar, maar is inmiddels veel breder inzetbaar. Omdat hij ook graag anderen wilde vertellen over al deze kansen, werd hij taalambassadeur en geeft hij presentaties in de hele regio Amsterdam. Zijn boodschap: “Vertel dat je moeite hebt met lezen en schrijven. Aan je baas, je dokter. Stap over je schaamte heen. Pas als mensen het weten, kunnen ze je helpen.” En voor de omgeving: “Help deze mensen. Anders vallen ze buiten de boot!”

Ondertussen was Dicky hij in de zorg beland. Hij was veel te zwaar en had zware suikerziekte. “Ik gooide altijd alles in mijn mandje. Ik kon toch niet lezen wat er in zat. En als ik me niet fijn voelde, at ik maar door.” Hij moest naar een diëtiste. “Tot mijn verbazing kreeg ik geen dieet voorgeschreven maar wel allerlei formulieren mee, waar ik niets van begreep. Hoe weet ik dan waar ik op moet letten?” Hij tobde nog een tijdje door tot hij een maagverkleining kreeg. Maar ook voor die operatie moest hij een dikke stapel formulieren doorworstelen.

“Dat is voor laaggeletterden niet te doen! Dokters zouden zich daar meer bewust van moeten zijn.” Dus bezoekt Dicky – 65 kilo lichter –nu veel ziekenhuizen om het probleem inzichtelijk te maken. “De meeste dokters weten het niet. Ze denken dat het om buitenlanders gaat die nog moeten inburgeren. Maar dat er zoveel autochtone Nederlanders laaggeletterd zijn, is voor hen een openbaring. Als ik mijn verhaal doe, zie ik dat er een lampje gaat branden.” En zo blijft Dicky onvermoeibaar strijden voor meer begrip en aandacht voor laaggeletterden. Hij werd in 2016 verkozen tot Taalheld van het land.

Dit verhaal van Dicky Gingnagel is eerder verschenen in het digitale magazine VUmc in praktijk #18 met als thema:  laaggeletterdheid in de zorg. Voor meer informatie neem contact op via taalpunt@amsterdamumc.nl  of inpraktijk@amsterdamumc.nl